Inkijk
Ik dring invreemde kamerslees het open boekde pantomimevan stomme levens. Ik zie klokkenandermans tijd wegtikkenvanuit mijn machtigeduisterheidkijk ik hen weerloos. Ik meng me inhun etenniet bestemd voorde hongerblikvan buitenstaanders. Bij de bereidinggrijpt hij haarfors van vorensein voor verdwijning. Ze laten mij achterbij de dampgeestendie deksels optillenen zichzelf uitlaten. Elke avond…