Hoe ik van een held in een sukkel veranderde
Mijn kleuterzoon werd puber.
Mijn kleuterzoon werd puber.
‘Hé André! Da’s wat jaartjes geleden! Leuk je weer te zien, man. Hoe is het?’ -‘Nou… m’n vader is dood, m’n moeder is dood en ik zit al jaren zonder werk…’ ‘Da’s balen jongen, maar je weet het, hè: Positief blijven. Maar hoe is het verder?’ -‘Nou, verder wel goed.’…
Geloof jij nog in de taal?’ vroeg ik haar. Ze keek me glimlachend aan knikte en bleef zwijgen. © André Degen
De Indianen vermaalden raaigraskorrels tot voedzame koeken proviand voor de strijd. Hun viel de geur niet meer op die daar al hing lang voor de hemelhonden kwamen. (Wisten zij veel dat de Grote Gifgeest hun heilige grond al jaren doordrenkte de tactiek toepaste van de verschroeide aarde) Zij kenden nog…
Toen ik vanmorgen onder de douche vandaan kwam dacht ik ineens: Fuck die zogenaamde eeuwigheidswaarde van poëzie; ik vloek met de wetten van mijn ambacht. Dit zou nog sneller vergaan dan jouw lichaam. En ik schreef op de beslagen spiegel op jou mijn weg zoekend door een snel optrekkende mist…
Ik gluur over de schutting kijk naar het malse gras van de buurvrouw gelukkig even groen als dat aan mijn kant.
Toen de dementie mijn vader zachtjes bij de hand nam moest hij nog één keer zijn handtekening zetten achter op een nieuwe betaalpas. Vanuit mijn ooghoeken hield ik hem in de gaten: zijn rechterhand met daarin de stift met onuitwisbare inkt bungelend in een vacuüm. Vanuit die gewichtloze hoogte landde…
Wie kent hem nog, de S.R.V.-man? Het stond een paar dagen geleden in De Volkskrant, maar ik wil er vandaag (23 april 2018) toch nog even op terugkomen: een artikel over het fenomeen S.R.V. (daarvoor heb ik een weblogbijdrage van anderhalf jaar geleden enigszins aangepast, maar daar zal niemand over…
Mam, nu wij niet langer op de zoneweide liggen de badlakens verschoten zijn jouw jurk uitgelopen zie ik dat ook jouw jeugd blootstond aan de camera verkleedkleuren in optocht de projector schroeit het stof weg niet te lang stilstaan bij een dia anders brandt hij door als het donker maar…
Op mijn begrafenis geen muffe koffie maar gulgeelgranen stromen waarin de zon zich uitleeft. Op die dag mag iedereen zich zat heffen op mijn kosten; ik deel uit met kouwe maar gulle hand. Ik in m’n kist het deksel nog niet dicht zonnedakje open naar het licht. Bij het ‘André,…