Conformist

Wereldleed teruggedrongen tot knusse knisperkrant. Aan dat verticale tafelkleed smul ik van ellende elders. Met miniatuurdrietand sloop ik suikergoedbouwsel laat dwergijsberg afsmelten in duisterheet kaboutermeer. Als ik mij stilhoud tussen oude taarten kleertjeshondjes als disgenoot gaat misschien aan mij voorbij wat bijtgraag aan mij snuffelen komt waar kou en donker…

Lees verder

Zwarte parels

Zwarte parels De wind verjoeg krantenflarden met nieuws van de tijd losgescheurd. Hiernamaals in het leven roepen vond jij niet nodig. Jij kwam er nu ook niet op terug. In de kamer van reflectie zat ik tegenover een mooie statige vrouw aan haar oren tranen die een andere weg hadden…

Lees verder

Het café

Toen ‘Laatste ronde’ klonk voor ons café was het of een kei werd opgetild: Wezens die het daglicht niet konden verdragen zochten verdwaasd naar hun schemer. De woorden klosten tegen elkaar. Wij stelden onze kelen open voor een gulle in- en uitstroom. En dan kwam het uur van de woordontwaarding.…

Lees verder

Waar gaan de wespen naartoe?

De dalende zon klemde zich vast op de rand van mijn cocktailglas waar een miniatuur hing van haar ondergang. Een terraszitter zei met een blik op de wespen zieltogend aan zijn voeten: ‘Net goed, ze hebben ons al maandenlang het leven zuur gemaakt.’ Eén wesp kon niet wachten dompelde zich…

Lees verder

Grote Gevelde Beer

Hij moest zijn ademhaling uit handen geven. Hij die ons tijdens vakanties bij afgronden had weggeroepen scheerde nu zelf langs het ravijn. Mochten we hem aanraken Ja, dat mocht. Hij bracht kou mee van de o.k. Als beurshandelaren keken wij naar een cijferscherm. Die nacht hielden wij ons muisstil zodat…

Lees verder

Een leven lang blokker

Hij groeide op achter de toonbank leerde dat klanten altijd vóór gaan. De afdeling klein plastic zijn kruipdomein, tussen de schappen zijn getto. Een klant had hem zomaar als knuffel af kunnen rekenen. Om zijn ouders te laten betalen voor zijn middenstandplaats deed hij regelmatig een greep in de kassa.…

Lees verder

Het opwekkende van babygehuil

Babygehuil voor de schrijver die zijn raam had opengezet om de grote stad binnen te laten. Kan de verbeelding zo sterk zijn dat zij zulk gejammer stoppen kan zoals mannen geiten kunnen doden puur door strak naar ze te staren? In het kielzog van het pasgeboren gejammer komen insecten mee…

Lees verder

Zij bouwde een zandkasteel

Ik loerde over mijn boek heen: achter die horizon dook zij op gravend in het zand. Haar billen zo ongrijpbaar jong voerden me schommelend terug de minderjarigheid binnen.   In weerloze overgave aan een ver weg vermoede man voorovergebogen nam ze het zand in haar armen als een nog ongevormde…

Lees verder

Perfecte pizza

Ik heb nog nooit de perfecte pizza gevonden; er moet altijd wel iets bij of af voor mij. Soms stuit ik op een die bijna volmaakt is maar bij een andere zie ik dan ingrediënten die ik zo graag bij de mijne wil hebben. Ik wou dat ik op een…

Lees verder