Pretparken

Nooit droever
dan in pretparken
waar het vrolijk storten
afgronden in
altijd weer
opstanding
met zich meebrengt.

De papegaai bij de ingang
kan geen afstand doen
van zijn eentonige triangel.

Op de grond gestrooide pindaschilletjes
wijzen erop
dat er geen pad terug is
naar het weggetrokken
reuzenbos.

Nooit droever
dan in pretparken
waar gejoel zich
eeuwig jong houdt.
Het behoort toe aan
gewichtloze
gezichtloze jeugd.

De trapbootjes
die zwaan zijn of dolfijn
herkauwen het bedaarde water.

Nooit droever
dan in pretparken
waar ik over speeltoestellen
heen kijk
naar populieren
die de zomerboodschap
verder ruisen
naar vliegtuigen
die weten van
een onbekende bestemming.

Nooit droever
dan in pretparken
waar de zomerstroom
de tredmolen van plezier aandrijft
waaruit eenieder
vanaf het zenit
uitkijkt over
de wereldattracties.

© André Degen

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *