Indianen aan het Winschoterdiep

De Indianen vermaalden raaigraskorrels
tot voedzame koeken
proviand voor de strijd.

Hun viel de geur
niet meer op
die daar al hing
lang voor de hemelhonden kwamen.

(Wisten zij veel
dat de Grote Gifgeest
hun heilige grond
al jaren doordrenkte
de tactiek toepaste
van de verschroeide aarde)

Zij kenden nog geen vuurwater
geen vuurwapens.

Zij hadden zich teruggetrokken
op wat de beschaving voor hen
braak liet liggen.

Zij hadden er geen idee van
dat hun leefwijze
niet lang meer kon bestaan.

Pal naast hun leefgebied
trok een eindeloze karavaan
bulderwagens;
die vervoerden goederen
om de wereld draaiend te houden.

Er kwam een tijd
dat zij uit zichzelf
hun gewoontes opgaven
hun grondgebied verlieten
in vaste onderkomens trokken.

Door de ramen keken zij
hun voormalig leefgebied
tot schilderij.

Wat gestold was
zou nooit meer stromen,
wat op hun grond gedijd had
verwelkte.

Zij leerden
de afrastering waarderen
die de buitenwereld
opdeelde in
behapbare partjes.

© André Degen

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *