Polyfonie
Ik heb niet de illusiedat ik het koor van stemmenin mijn hoofdooit tot zwijgen kan brengenmaar ik doe mijn uiterste bestze met elkaarin harmonie te laten klinkenzodat de eindmix tenminste enigszins genietbaar is. © André Degen
Ik heb niet de illusiedat ik het koor van stemmenin mijn hoofdooit tot zwijgen kan brengenmaar ik doe mijn uiterste bestze met elkaarin harmonie te laten klinkenzodat de eindmix tenminste enigszins genietbaar is. © André Degen
Een ademtocht zo diepdat druppen moesten volgenblies zich uitin een vogelzwermin de knikkende kruinen.En het bos werd een schipmet duizenden mastendat zacht de wereld uitdreef. Wij warentot de bodem verzonken aardmannetjes.Het licht raakte verstrooid.De reuzen van het woudspraken over onze hoofden heen. Even lag het laatste daglichtop de boomtoppenals eeuwige…
‘Geloof jij nog in de taal?’vroeg ik haar.Ze keek me glimlachend aanknikteen bleef zwijgen. © André Degen
Snaren zijn deparallellen en meridianenvan hun wereldin een altijdgroen omzoomd seizoen. Zij gedijenop iedere ondergrond. Uit hun in triomfgeheven bokaalgutst glanzendhet leven over. Het was een eer bij henaan de zijlijn te mogen staan. © André Degen
Om ons heenspanden wij opnieuwhet membraan tussenbuiten en binnen. Maar voorlopig zijn we weeruitgezomerd.De campingbeheerderheeft de slagboom neergelaten tussen ons speelterreinen de buitenwereld. De rupsenpoppen liggen op zolderte wachten ophet lichte seizoenwanneer ze zich wederomuitvouwen mogennaar het open licht. Als het ruisen weer begint in de naar nul gedraaide gasstelletjesin…
De goudvis in zijn komwordt aan alle kanten omgevendoor doorzichtige vrijheid.Hij zwemt ernaartoe, hapt ernaarmaar moet zich buigen naarde kromme beperkingvan de wereldbol. Eens zag hij door die panoramabrileen natuurfilm op televisiewaarin zalmen hun staart ophaaldenvoor de zwaartekracht.Die avond zwom hij topsportrondjeshapte bijnain zijn eigen staart.
Schreeuwde hij integen alle filosofie?Non. Non! NON! Niet langer was de dood‘het uiterste nog nietvan het mens-zijnals kunnen zijn’ maar een Facel Vegadie de tijd uitreed. Het manuscript vande Eerste Mensals codicil. In zijn jaszakongebruikt treinkaartjevoor dezelfde reismet een alternatieveaankomsttijd. © André Degen
Tussen twee duisternissenheeft mijn spetterkaarsjeeven fel gebrand. © André Degen
Ik weethet is een belevinguit het boekjedoor grubbenover veldwegenlangs akkersdie verruigen mogenen beekoeverswaarvan de verflauwingshoekberekend is. En tochals wij de buitenluchtdiep inhalenverwijdt ons gemoed zichtot stroompjesworden opgenomenin onze bloedsomloop. En zien wij bemoste mastadontpotenoprijzen uit de tijdvan vóór oormerkpaden. Paddestoelen wijzen ons de weghet boomrijk uitterug naar het open veld.Het…
Wereldleed teruggedrongen totknusse knisperkrant.Aan dat verticale tafelkleedsmul ik van ellende elders. Met miniatuurdrietand sloop ik suikergoedbouwsellaat dwergijsberg afsmeltenin duisterheet kaboutermeer. Als ik mij stilhoudtussen oude taartenkleertjeshondjes als disgenootgaat misschien aan mij voorbij wat bijtgraag aan mij snuffelen komtwaar kou en donker vrij spel hebbenterwijl ik alleen genoeglijk huiveren wilin een…