Levenswijsheid
‘Je kunt de hele wereld leren kennenzonder je huis ooit uit te gaan.’Hoe graag wil ik die wijsheid onderkennenIn de tropen, aan de voet van een vulkaan.
‘Je kunt de hele wereld leren kennenzonder je huis ooit uit te gaan.’Hoe graag wil ik die wijsheid onderkennenIn de tropen, aan de voet van een vulkaan.
James Dean kwam nonchalantaanslenterengetypcast voorDe Belediger. Hij liep tergend langzaam af opAlbert Camus die onder een plataanrustig een Gauloise rookte.Hij zag de acteur alvan verre aankomen. James Dean totaal niet onder de indrukvan de reputatievan de Nobelprijswinnaarzei: ‘Kijk eens aan,daar hebben wehet slachtoffer vaneen wel heel suf auto-ongeluk: Kaarsrechte wegweinig…
Hoe ik van een held een sukkel werdMijn kleuterzoonwerd puber. © André Degen
Ik heb niet de illusiedat ik het koor van stemmenin mijn hoofdooit tot zwijgen kan brengenmaar ik doe mijn uiterste bestze met elkaarin harmonie te laten klinkenzodat de eindmix tenminste enigszins genietbaar is. © André Degen
Een ademtocht zo diepdat druppen moesten volgenblies zich uitin een vogelzwermin de knikkende kruinen.En het bos werd een schipmet duizenden mastendat zacht de wereld uitdreef. Wij warentot de bodem verzonken aardmannetjes.Het licht raakte verstrooid.De reuzen van het woudspraken over onze hoofden heen. Even lag het laatste daglichtop de boomtoppenals eeuwige…
‘Geloof jij nog in de taal?’vroeg ik haar.Ze keek me glimlachend aanknikteen bleef zwijgen. © André Degen
Snaren zijn deparallellen en meridianenvan hun wereldin een altijdgroen omzoomd seizoen. Zij gedijenop iedere ondergrond. Uit hun in triomfgeheven bokaalgutst glanzendhet leven over. Het was een eer bij henaan de zijlijn te mogen staan. © André Degen
Om ons heenspanden wij opnieuwhet membraan tussenbuiten en binnen. Maar voorlopig zijn we weeruitgezomerd.De campingbeheerderheeft de slagboom neergelaten tussen ons speelterreinen de buitenwereld. De rupsenpoppen liggen op zolderte wachten ophet lichte seizoenwanneer ze zich wederomuitvouwen mogennaar het open licht. Als het ruisen weer begint in de naar nul gedraaide gasstelletjesin…
De goudvis in zijn komwordt aan alle kanten omgevendoor doorzichtige vrijheid.Hij zwemt ernaartoe, hapt ernaarmaar moet zich buigen naarde kromme beperkingvan de wereldbol. Eens zag hij door die panoramabrileen natuurfilm op televisiewaarin zalmen hun staart ophaaldenvoor de zwaartekracht.Die avond zwom hij topsportrondjeshapte bijnain zijn eigen staart.
Schreeuwde hij integen alle filosofie?Non. Non! NON! Niet langer was de dood‘het uiterste nog nietvan het mens-zijnals kunnen zijn’ maar een Facel Vegadie de tijd uitreed. Het manuscript vande Eerste Mensals codicil. In zijn jaszakongebruikt treinkaartjevoor dezelfde reismet een alternatieveaankomsttijd. © André Degen