Het was of Herman zijn dood
zo literair mogelijk
in scène wilde zetten:
Op weg naar
een letterkundig congres
in de stad waar de poëzie
tegen de kades klotst
blies hij zijn laatste adem uit
in de armen van een dichteres.
‘O, ben jij het?’
waren zijn laatste woorden
tegen haar dan wel tegen
de donkere gedaante achter haar.
Toen hij zeeg
viel daarmee
een ander licht op
zijn regels
‘Adem marsjeert als veel volk
door mijn luchtpijp naar mijn hart
het grote plein waar de
grote manifestatie zal plaatsgrijpen.’
Tot na zijn dood
bleef Herman regisseren:
De nazit van zijn begrafenis
vond plaats in zijn stamcafé
De Nieuwe Linde.
Hij liet een frisse boom groeien
uit de aarde
waar hij in verdween
een boom die de woorden
die achter zijn laatste adem
waren blijven steken
de wereld in zou ruisen.
© André Degen