Poesiealbum

Een ‘poesiealbum’ (natuurlijk is het ‘poëziealbum’, maar toen ik jong was, zei niemand dat)

Leuke, herkenbare column vandaag (8 juni 2017) in De Volkskrant van Sylvia Witteman, in de rubriek ‘Lexicon der onterecht vergeten woorden’. Het woord dat ze deze dag in het zonnetje wil zetten is ‘poesiealbum’. Uiteraard, zoals Sylvia zegt, was de officiële term voor zo’n poezelig, typisch meisjesvriendenboekje ‘poëziealbum’, maar geen hond die dat zei in die tijd.

Als schooljongen van tien, elf heb ik ook menig suikerzoet versje in zo’n album geschreven. Wat dachten jullie van: ‘Er zat een kameeltje aan het strand/Dat poetste zijn tandjes met zuiver zand/O Marian, laat je hartje zo rein/ Als de tandjes van dat kameeltje zijn’.

Ik kan me voorstellen dat jullie na het consumeren van die kleverige regels lichte braakneigingen krijgen.

Wat ik altijd wel een aandoenlijk versje vond was (en dat ik nog wel eens tegenkwam in een poesiealbum): ‘Als je eens als grootmama/Deftig zit naast grootpapa/Denk dan eens met stil geluk/Aan de schrijfster van dit stuk’.

Ik vond het beeld van die stijfjes gezeten oude vrouw naast haar man nogal potsierlijk en ook dat bepaald aanmatigende idee dat dat mijmerende oude besje de spaarzame tijd die haar nog restte zou vullen met terugdenken – en dan ook nog met ‘stil geluk’! – aan de jeugdvriendin die ooit een paar regels in haar vriendenboekje had geschreven.

Een tijd geleden kreeg ik het ‘poesiealbum’ van mijn zus onder ogen. Daar had mijn vader ook iets in geschreven; het was een kwatrijn van – ik meen – Hendrik de Vries: ‘Daar blijven op aarde twee vragen/Waar wijzen geen antwoord op weten/Hoe moet men het leven verdragen?/En hoe moet men leren vergeten?’

Deze regels kregen voor mij een wrange bijsmaak bij de gedachte dat ze opgeschreven waren door iemand die op latere leeftijd geplaagd zou worden door dementie en alzheimer.

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *