Laat die kat toch lekker liggen!

Onze kat zaliger, Elvis, had de gewoonte, als ik op mijn laptop zat te schrijven, op tafel te springen, tegen het scherm van mijn laptop aan te gaan schurken om zich vervolgens, zoals hierboven, over het toetsenbord uit te strekken. Dit bezorgde mij de aangenaamste writer’s blocks die ik ooit gekend heb. Geen haar op mijn hoofd die eraan dacht hem aan de kant te schuiven.

Gisteren (1 oktober 2020) las ik deze bijdrage van kinderboekenschrijfster Janneke Schotveld op de opiniepagina van De Volkskrant.

Het is een van de vele stukken die de laatste tijd in de media in het algemeen en in mijn lijfblad in het bijzonder verschijnen over de zorgwekkende ontlezing en de soms pure leeshaat onder jongeren.

Voor mij is lezen, vanaf mijn vroegste jeugd, iets zo vanzelfsprekends en natuurlijks, zoiets als ademhalen met de ogen, dat ik mij moeilijk voor kan stellen dat (jonge) mensen er een hekel aan hebben. Maar goed, dat feit ligt er.

Hoe dit te doorbreken? Volgens Schotveld ligt ‘de sleutel bij de volwassenen om de kinderen heen. De leerkrachten en de ouders. Goed voorbeeld doet goed volgen.’

Daar ben ik het mee eens. Van die ouderlijke plicht (die ik trouwens nooit als zodanig heb gevoeld) heb ik mij – dacht ik – aardig gekweten: vanaf zijn vroegste jeugd heb ik mijn zoon voorgelezen en ik heb hem ook zoveel mogelijk gestimuleerd om zelf te gaan lezen (maar nu hij de puberleeftijd heeft bereikt, heeft ook hij een weerzin tegen lezen gekregen).

Instemmend mee knikkend zat ik het stuk van Schotveld daarom te lezen. Totdat ik bij de slotregel kwam. Daar begon ik te steigeren. Schotveld schrijft daar: ‘laat de boel de boel, gooi de kat van het fleecedekentje en nestel jezelf op de bank met een (kinder)boek. Veel leesplezier!’

Daar kan ik grotendeels in meegaan, behalve dat smijten van de kat van zijn behaaglijke fleecedekentje. Janneke Schotveld is blijkbaar een kattenhaatster, want zoiets doe je gewoon niet.

Ik ben vijftien jaar lang de bijzonder tevreden en gelukkige verzorger geweest van Elvis, een zwarte kater die door vier mensen was ‘afgedankt’ en door mij werd geadopteerd, waarbij ik hem de plechtige belofte deed dat ik hem nooit zou wegdoen (een belofte – het zal jullie niet verbazen – waaraan ik mij gehouden heb).

Als Elvis zich op een plekje op de bank of op een stoel had genesteld waar ik eigenlijk wilde zitten, liet ik hem altijd slapen en zocht dan wel een minder gerieflijke zitplaats op.

Ik ging zelfs zover dat ik hem liet liggen als ik een gedicht aan het schrijven was en hij dwars over de bladzijde ging liggen die ik aan het beschrijven was. Daar heb ik het onderstaande gedicht over geschreven:

Omtrekkende beweging

Elke keer als ik
een gedicht ga schrijven
springt mijn kat op tafel
en gaat dwars liggen
over mijn schrift.

Ieder ander zou hem
weggeduwd hebben
om verder te kunnen gaan;
ik schrijf maar
om hem heen.

Wie weet bereik ik
via die omwegen
plekken waar
anderen niet komen.

© André Degen

Daarom, nestel je op de bank met een mooi (kinder)boek, neem de kat met fleecedekentje en al op schoot en ga lezen, onder het rustgevende gespin van je huisdier!

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *