Na jaren staande gehouden op straat,
oud-leerlinge die hem wél meteen herkende.
‘Meneer, ik heb u ’t leven wel zuur gemaakt hè?’
Ach meisje, dat kon er nog wel bij.
‘Ik durf het nou wel toe te geven:
Ik was in ’t geheim verliefd op u.’
Zo, dat heb je dan origineel geuit.
‘Ik heb achteraf best wel spijt gehad;
we hebben u toch zó zitten sarren.’
Jullie waren nog heilig
bij wat daarna kwam.
Zo ging dat nog een tijdje door.
Ik dacht verdomd
nog even en ze vraagt mij
om absolutie.
Ik had het haar niet gegeven.
© André Degen