Na een nacht
gecorrodeerd
door bijtende vloeistoffen
snak ik naar
de strakke ovaal
van een hardgekookt ei.
Mijn vrouw perst
versterkende woorden
door gezondheidsdrank.
Ik stort mij op
het tegengif
van de zaterdagkrant;
daar kennen woorden
tenminste hun plaats.
De kroeg was
een rariteitenkabinet
waar misgeboorten stonden
op sterk water.
O God, de tequilajongens
die afdoken naar
de bodem van de klok
om de worm onderin de fles
zijn lucht terug te geven.
Ik snijd deze dag
keurig in partjes
begroet de artikelen
in de schappen
als standvastige vrienden.
Ik ga vroeg naar bed;
voor vannacht
geen vliegend tapijt.
© André Degen