Hai Pippi Langkous, deed jij echt je eigen zin?

   
Zo zag het er allemaal wel heel vrolijk uit…         Pippi met haar onafscheidelijke aapje, meneer Nilsson

Vandaag (8 februari 2019) staat er in het Algemeen Dagblad een mooi interview met Inger Nilsson, de vrouw die een halve eeuw geleden Pippi Langkous speelde.

Mooi, omdat ze weliswaar opgemaakt, maar zonder haar make-up te checken, bij het vraaggesprek aankomt. En dat is zo ongeveer ook de manier waarop ze haar verhaal vertelt: onopgesmukt.

Haar relaas staat in schril contrast met het blije, onbevangene dat de tv-serie uitstraalde. Het sympathieke personage Pippi dat vele kinderharten stal (en vast ook veel volwassenen voor zich innam) bezorgde haar al op jonge leeftijd faam, maar het bracht Nilsson niet veel geluk in de rest van haar leven:

‘De actrice die Pippi Langkous vertolkte in de films en tv-serie heeft jarenlang niet over de rol van haar leven gesproken. Te pijnlijk. Na Pippi heeft ze namelijk nooit meer een grote rol gekregen. En rijk is ze er ook niet van geworden. Ze heeft al die jaren als ziekenhuissecretaresse bijgeklust om haar huur te kunnen betalen, vertelt ze.’

Het mag bevreemding wekken dat Nilsson heeft moeten bijbeunen in een toch vrij nederig baantje. Hoe kan dat nou? Ze is toch binnengelopen met een razendpopulaire serie waarin zij de hoofdrol speelde? De interviewer is daar ook verbaasd over:

Hoe kan dat? De tv-serie en films waren ver buiten Zweden een succes. Er moet voor miljoenen aan filmrechten, videobanden en dvd’s zijn verkocht. U had de hoofdrol!
‘In die tijd kregen kinderen in Zweden geen echt salaris. Het was een soort buying out. Tegenwoordig is dat anders geregeld. Dan profiteer je als acteur ook van herhalingen en verkopen in het buitenland. Ja, dat voelde wel wat onrechtvaardig.’

Er blijft niet veel over van de idylle die je vermoedt achter het vrolijke, ongeregelde leven in en om Villa Kakelbont. Als je al die gezellige chaos ziet, ga je immers onwillekeurig denken: dat moet tijdens de opnames wel een dolle boel zijn geweest! Nou, mooi niet dus.

Nilsson vond de filmset maar saai, Kleine Witje, het leuke, witte paard dat overal mee naartoe mocht, vond ze maar eng en die schattige, aandoenlijke Meneer Nilsson (het aapje dat op Pippi’s schouder zat zoals in onze dagen Pikachu op de schouders van Ash) ‘was een rotbeest’. ‘Hij beet. En hij zat aan me vast met een riempje. Sorry, je zult wel teleurgesteld zijn. Niets was zoals het eruit ziet.’

Inger Nilsson verontschuldigt zich voor het ontluisterende beeld dat ze schetst van het reilen en zeilen rond de opnames van de populaire tv-serie, maar het werkt wel eens verfrissend (in de zin van: als een koude douche) om over het artistieke leven, ontdaan van alle valse romantiek, te horen vertellen.

Voor Nilsson was de rol van Pippi niet een blessing, maar een cursing in disguise: ‘Iedereen heeft in zijn leven wel iets waartegen hij vecht. Voor mij was dat Pippi.’’

Dat had ze niet kunnen denken toen er een oproep verscheen voor een nieuwe tv-serie en haar vader tegen haar zei: ‘Wat zeg je ervan, zullen we een foto opsturen?’

Tot haar verbazing werd ze gekozen uit achtduizend meisjes, terwijl ze niet eens rood haar had: voor de serie moest ze een pruik op. En eigenlijk lag de rol van Annika dichterbij haar: ‘Zelf voelde ik me veel meer verwant met Annika. Ik was heel verlegen en bangig. Maria, die Annika speelde, leek in het echte leven veel meer op Pippi.’

Het zat Nilsson niet mee in de afgelopen vijftig jaar: ze zag dus geen cent van al dat geld dat met de serie verdiend werd, jarenlang bleef de rol van Pippi Langkous aan haar kleven, wat haar belette nieuwe rollen te krijgen, en ze bleef ongetrouwd en kinderloos. Toch wordt het interview geen klaagzang, terwijl er al met al een nogal treurige levensloop uit oprijst:

Schrijfster Astrid Lindgren maakte zich zorgen over u.
‘Het was een lastige tijd. Daar hadden we het wel over, we dronken regelmatig koffie of een wijntje.’

Astrid Lindgren voelde zich schuldig, begreep ik. Probeerde ze u ook te helpen?
‘Nee, nee, daar vroeg ik ook niet om. En zij kon er ook niks aan doen.’

Hoewel de ingrediënten daar zeker voor aanwezig zijn, valt het Nilsson te prijzen dat ze zich niet wentelt in zelfbeklag. Ze loopt niet weg voor Pippi en blijft hopen (terwijl ze dus tegen de zestig loopt) dat the best is yet to come:

Dapper dat u hier nu over praat. U had ook kunnen besluiten om de herinneringen aan Pippi niet meer op te rakelen.
‘Dat zou belachelijk zijn. Dit is mijn werk, ik ben actrice, ik praat over al mijn rollen. Pippi is natuurlijk de bekendste.’

Hoopt u dat dat aan het eind van uw leven niet meer zo is?
‘Natuurlijk! Ik hoop nog altijd dat ik mijn beste rol nog niet heb gespeeld.’

Zo, en dan nu wat jeugdsentiment, waar ik – ik geef het toe – nogal week van word, want het begindeuntje brengt mij terug naar jaren geleden toen ik samen met mijn zoon naar de afleveringen van Pippi Langkous keek. Maar hij is inmiddels op een leeftijd gekomen dat hij echt niet meer met zijn vader naar Pippi Langkous kijkt…

UPDATE:Er is naar aanleiding van het interview met Inger Nilsson een crowdfundingactie voor haar en de twee andere acteurs, die Tommie en Annika speelden, gestart.

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *