Groeten uit Wijk bij Duurstede en Doorn

Het stalen Vikingbeeld bij het haventje van Wijk bij Duurstede dat op wijksehaven ‘niet alleen een visueel hoogtepunt, maar ook een eerbetoon aan de rijke geschiedenis van Wijk bij Duurstede’ wordt genoemd, maar waar veel bewoners van het voormalige Dorestad indertijd niet bepaald blij mee waren.

De afgelopen dagen (18 en 19 februari 2025) was ik in Wijk bij Duurstede en Doorn. Een mens moet er eens uit, nietwaar? Het is Krokusvakantie en hoewel een zzp’er als ik in feite nooit vakantie heeft (en dagen vrijaf mij ook gewoon geld kosten), besloot ik voor een mini-uitje naar Wijk bij Duurstede en Doorn te gaan. Ik had tenslotte nog een tegoedbon voor een overnachting in een B&B in Wijk bij Duurstede te verzilveren, dus dat scheelde.

Voor degenen die net als ik erg van het vak Geschiedenis houden weten dat mijn beide reisbestemmingen historisch interessant waren: Wijk bij Duurstede heeft een rijke geschiedenis (onder de naam Dorestad was het in de tijd van de Vikingen (800 – 1100 n. Chr.) een belangrijke handelsstad) en Doorn is de plaats waar Keizer Wilhelm II naartoe vluchtte, toen hem na de Eerste Wereldoorlog in Duitsland de grond te heet onder de voeten werd (zie kopje ‘Keizer op de vlucht’).

Daarnaast werd het ook een literair belangwekkende tweedaagse trip, want in de buurt van de dijkdoorgang tussen het havengebied en de binnenstad van Wijk bij Duurstede, vlakbij de Waterpoort, stuitte ik op een kaart van het Gerrit Achterbergpad. Nooit geweten dat dat hier liep, terwijl ik het op zijn minst had kunnen vermoeden, want Achterberg is in Nederlangbroek geboren.

Dit bewegwijzerde pad voerde van Wijk bij Duurstede, via Langbroek naar Doorn, een voettocht van 26 kilometer. Die moest ik laten liggen voor ‘ooit eens’, want zo’n afstand was voor mijn reisgezellin (en vrouw) – zeker op dit moment – veel te ver. Naast de routebeschrijving van het aan Neerlands grootste dichter gewijde pad hing zijn gedicht ‘De zwijgende rivier‘; wel heel toepasselijk, maar bij lange na niet zijn sterkste.

En in de Volderstraat stuitte ik op een in een huismuur gemetseld kwatrijn van Simon Vestdijk, ‘Vereerd, doch verbaasd’; al geen bijster sterke titel en ook het kwatrijn zelf is nou niet bepaald het toonbeeld van originele, fonkelende poëzie: ‘Na bitt’re smaad de diepst gevoelde hulde,/milde waardering na de felste strijd:/Nooit was er iets dat heel mijn hart vervulde/met zoveel achterdocht en dankbaarheid’. Het kan honderd maal de grote Vestdijk zijn die dit aan zijn pen heeft ontwrongen, maar ik vind het maar stuntelig gerijmel. In Doorn zou ik Vestdijk trouwens weer tegenkomen, nu in de vorm van een bronzen beeld op het Kerkplein voor de Maartenskerk.

Je ontkomt er tijdens zo’n uitstapje niet aan dat je de geijkte dingen doet. Want ja, wat onderneem je als je naar Wijk bij Duurstede gaat? Je maakt de omloop om Het Kasteel, je bezoekt het haventje, wandelt langs de draaiende molen, loopt door schilderachtige straten als Walplantsoen, de Oeverstraat en het Kokkestraatje, met prachtige monumentale panden (in aantallen monumenten is Wijk bij Duurstede de derde gemeente in Provincie Utrecht, na Utrecht en Amersfoort). Laten we wel wezen: het zou ook raar zijn, als je dit niet zou doen, puur om maar niet als de standaardtoerist gezien te worden.

Ook in Doorn hoefden we niet zo nodig te ontsnappen aan het standaardprogramma: wandelen over het landgoed Huis Doorn. Het was er vrij uitgestorven en midden in een gigantisch grasveld, beschenen door het fletse februarilicht, stond een bouwsel dat nog het meest leek op een door houten stutten geschraagd gevechtstorentje, maar dat blijkens een bord een duiventil was (zie hieronder).

Duiventil op het landgoed Huize Doorn.

In Brasserie Rodestein nam ik een lichte lunch en kreeg daar gratis een clichégesprek bij geserveerd tussen een vrouw en een overdreven nichterig pratende man die zijn gesprekspartner in alles bijviel of gelijk gaf (‘Ik begrijp je’, ‘Zo denk ik er ook over’, ‘Ik voel met je mee’, etc.). Het leek me zo’n vrouw die een homovriend had genomen, ‘omdat je daar zo goed mee kon praten.’

Op een gegeven moment had ze het over een methode bij haar op het werk waarbij je iemand moest beschrijven aan de hand van een kledingstuk in je kast en ik dacht: nee hè, weer een of andere figuur die een cursus of workshop heeft bedacht die gebruikt kan worden in een organisatie.

De vrouw vond het grappig dat een vrouwelijke collega haar man had beschreven als een wollen trui: ‘Hij is wel warm, maar af en toe prikte en irriteert hij je wel’. En ik bedacht daar grimmig achteraan: er zijn ook vrouwen als sjaals: ze slingeren zich wel prettig warm om je heen, maar ze kunnen je ook behoorlijk benauwen.

Op de weg terug naar huis speurden wij de hemel af, op zoek naar mogelijke groepen overtrekkende kraanvogels, maar helaas: we zaten waarschijnlijk daarvoor toch nog te westelijk in Nederland. Ook vandaag (20 februari 2025) moet je echt in Oost-Nederland zijn om de groepen Grus grus te zien en te horen.

Die kraanvogels zijn trouwens op weg naar Scandinavië. Hé, daar kwamen de Vikingen ook vandaan! De Vikingen die Dorestad (het huidige Wijk bij Duurstede) meerdere keren hebben platgebrand. En zo is de cirkel dan weer rond.

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *