Een ontmoeting

Lynn Tackart, een Belgische ‘stemactrice die verrassend veel leek op ‘mijn’ Lynn vanmorgen.

Vandaag (27 mei 2023, twee dagen na mijn zestigste verjaardag, dit is een belangrijke toevoeging) stond ik voor een zaterdagmorgen redelijk vroeg op: kwart over acht. Ik zou naar de markt gaan, om kaas te halen en daarna nog een aantal haverkoeken. Voor beide producten heb ik mijn vaste adresjes. Oftewel: ik volgde de burgerlijke routine waarvan veel ‘stadjers’ een variant in het weekeinde hebben.

Ik stelde mij op bij een kraampje waar ik altijd mijn macrobiotische haverkoeken koop (dit klinkt heel ‘alternatief’, maar dat valt mee, ze zijn gewoon erg lekker). Ik wachtte, mij behaaglijk koesterend in het milde zaterdagochtendzonnetje, zonder enige haast, tot ik aan de beurt was.

Naast mij stond een knappe vrouw van – schatte ik – achter in de dertig: ze was slank, had een sportief figuur, droeg halflang, bruin, enigszins krullend haar en oogde zachtmoedig en vriendelijk (In gedachten doopte ik haar Lynn, vraag me niet waarom, maar ze had iets ‘Lynnerigs’. Als je kijkt naar de betekenis van Lynn, was mijn naamgeving trouwens niet zo vreemd).

Zij was in gezelschap van twee mannen en twee vrouwen. Hoe de verhoudingen lagen binnen dat vijftal kon ik in de gauwigheid niet vaststellen, maar ik denk dat een van de mannen de vriend of echtgenoot van mijn charmante buurvrouw-voor-even was.

Goed, ik kwam al snel aan de beurt en bestelde acht haverkoeken. Toen mijn charmante buurvrouw mij die haverkoeken hoorde loven tegenover de verkoopster, maakte ze degene die naast haar stond attent op die lekkernijen en opperde het idee ook een paar te kopen. Maar toen ze zag dat ik alle acht opkocht, zei ze, allerminst boos maar eerder mild-gelaten: ‘O…nou ja, we zullen dus niet weten hoe ze smaken.’

Daarop zei ik: ‘O, maar dan krijg je er een van mij.’ Ze legde vervolgens haar hand op mijn schouder, keek me schalks lachend en indringend aan en zei: ‘O, dat vind ik lief!’

Ik rekende af en gaf haar een haverkoek, zoals beloofd. Weer legde ze haar hand op mijn schouder en zei, nu met meer nadruk, nadat ze een hap had genomen en de smaak van de koek had geprezen: ‘Wat superlief! Je hebt mijn dag gemaakt!’ Waarop ze mij een fijne Pinkster wenste.

Ik echode die wens, keek haar lachend aan (met nu al iets van spijt dat het hierbij moest blijven) en ging met een tevreden glimlach huiswaarts.

Kunnen jullie je voorstellen dat ik de zon nog wat uitbundiger voelde schijnen op mijn ineens weer verjongde huid? Noem het kinderachtig, maar voor een man die net zestig is geworden was dit even een fijn moment; op de dag dat ik in mijn Inbox een aanbieding kreeg voor – godbetert – een Seniorenvoordeelpas las ik in de ogen van Lynn een heel andere aanbieding…

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Eén reactie:

  1. Jonge neefje

    Ik voel met U mee hoor en wellicht mag je er nog zijn ……

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *