Een geest uit het verleden

De ex-schrijfster Nahed Selim

Vandaag (25 februari 2018) lees ik, zoals elk weekend (ach ja, een mens leeft bij zijn rituelen), uitgebreid De Volkskrant en toen kwam ik ineens een oude bekende tegen: Nahed Selim, een Egyptische ex-schrijfster.

Ik moest even in mijn archief duiken om het juiste jaartal te vinden waarin ik met haar in aanraking kwam (alles geestelijk): in het jaar Onzes Heeren 2002.

Dat was alweer zestien jaar geleden, maar soms, buiten jouw wil om, duiken spoken uit je verleden onverwachts weer op, hoeveel jaren ook verstreken zijn.

Ik begrijp uit het Volkskrantartikel dat Selim inmiddels van de Koran is overgestoken naar de bijbel; ze ’transformeerde van een feministische islamcriticus in een conservatieve christen’, lees ik in een artikel in Trouw. Ze is nu ‘helemaal dol op Jezus.’

In de tijd dat Selim mijn leven in wandelde (en er even snel weer uit liep), was ze nog erg bezig met de Koran. Ze was zelfs druk doende een boek te schrijven, Mijn Koran.

Tijdens onze eerste ontmoeting kreeg ik de indruk dat Nahed Selim wel wat in mij zag (en toen ze zich bij onze tweede rendez-vous liet ontvallen ‘Ik zag dat je getrouwd was’, kon ik mij verbeelden dat er in haar stem iets van teleurstelling klonk. Ons contact zou (daarom?) al snel bekoelen – ongeveer zo snel als een doodgeschoten soldaat op de Siberische toendra).

Op de een of andere manier kwam er een overeenkomst tussen ons tot stand: ik zou dat boek Mijn Koran gaan redigeren. Verder dan de inleiding ben ik nooit gekomen, want toen ik dat aan Selim terugstuurde, voorzien van al mijn commentaar, viel mijn kritiek blijkbaar niet goed, want ik hoorde niets meer van haar.

Toen mij maanden later ter ore kwam dat Mijn Koran verschenen was (vreemd genoeg kan ik het werkje nergens meer op internet terugvinden), heb ik haar – niet al te vriendelijk – aangeschreven met de mededeling dat ik de gang van zaken rond de redactie van haar roman op zijn zachtst gezegd nogal merkwaardig vond.

Ik diende maar meteen een nota voor mijn verrichte redactiewerk bij Selim in. Die heeft ze nog betaald, met een of ander vaag excuus voor haar lange stilte, daarna heb ik nooit meer iets van haar vernomen.

Ik lees in het artikel: ‘Met schrijven ben ik gestopt.’ En ik kon niet nalaten, enigszins vals, daarachter aan te denken: maar goed ook. Dat is beter voor iedereen. Nee, dat is niet aardig, dat weet ik ook wel, maar soms ben ik net een mens.

Bij veel herinneringen kan ik vertederd of dromerig blijven hangen, maar terugdenken aan de auteur van Brieven uit Egypte vervult mij niet bepaald met weemoed.

Selim moet zich maar koesteren in haar conservatieve opvattingen (‘God heeft het huwelijk tussen vrouw en man bedoeld. Niet tussen twee mannen en niet tussen twee vrouwen’) en haar rotsvaste vertrouwen in haar nieuwe heer (‘Ik heb gewoon zo’n zekerheid. Mijn mening is gebaseerd op het juiste kompas.’).

Ik ga liever door op mijn eigen, eenzame weg: vol onzekerheid, zwalkend, twijfelend, dichtend en filosoferend, het leven beziend onder het crue maar zuivere licht van de waarheid.

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *