De man die niet terug moet komen


De man met de stralende lach, de eeuwige jeugd,
kortom, de ideale president voor Italië!

Vandaag (4 maart 2018) vinden in Italië de parlementsverkiezingen plaats. De uitkomst is onvoorspelbaar, omdat twee weken geleden ruim eenderde van de kiezers nog zwevende was. Dat staat in De Volkskrant en dan is het WAAR.

De uitslag is zelfs zo ongewis dat – o, God, nee, zeg dat het niet waar is! – de volledig gebotoxte, geverfde, gehaartransplanteerde allemansschoffeerder Silvio Berlusconi terug kan komen! Help! Dan is niet Leiden, maar Rome in last!

De terugkeer op het politieke toneel van Silvio B. zal alleen mogelijk zijn in het geval dat er nieuwe verkiezingen komen: Berlusconi mag namelijk dit jaar vanwege belastingfraude geen politiek ambt vervullen, maar in 2019 is dat geen probleem meer. Laten we dus hopen, nee bidden dat er een coalitie komt, want alles beter dan de comeback van deze alles en iedereen beledigende misdadiger.

Jaren geleden schreef ik al een gedicht over de man die Italië veel te lang in zijn greep hield: De man van Bunga Bunga:

De man van Bunga Bunga

De hele dag
zingt een koor hem toe:
‘Je bent rijk, je bent knap,
je bent machtig.’

’s Avonds uit afgelegde kleren
voor de spiegel
krijgt hij teruggekaatst:
‘Je bent oud, je bent lelijk,
je bent machteloos,
de wijzers hebben je
in een ijzeren houdgreep.’

‘Silenzio!’ brult Silvio
tegen zijn platte zelf.
Glashard gaat het door:
‘Verf je haar, strijk je gezicht
nog verder uit,
wij wrijven jou
je ware gezicht in.’

Woedend slaat Silvio
zijn opponent in scherven,
leger uiteengevallen in
guerillagroepjes
die hem blijven bestoken:
‘Sla ons kapot,
je legt ons nooit
het zwijgen op.’

Zijn nijd accelereert
als een Ferrari.
Brullend slaat Silvio
stukken tot stukjes;
het uitjouwen blijft.

In opperste razernij
veegt Silvio
met bevende handen
de fragmenten bijeen,
brengt ze naar beneden,
stampt ze fijn met een vijzel.

Geeft de korrels
mee aan de wind
waarin stemmen
de weg kwijtraken.

Die nacht haalt Silvio
opgelucht adem:
Van hen zal hij nooit meer
iets vernemen.

Die zomer, liggend
aan zijn geliefde strand
aan zijn zijde een meisje
legt hij zijn hoofd
in het zachte zand.

Hij sluit zijn ogen
op een van bunga bunga
trillend visioen…

Wegsoezend hoort hij
uit miljoenen keeltjes:
‘Silvio, je bent oud, je bent lelijk,
je bent machteloos,
de wijzers hebben je
in een ijzeren houdgreep.’

Met een ruk schiet Silvio overeind.
Zijn lome Venus, opgestaan
uit het schuin vraagt verveeld wat er is.
‘Niente, niente’, stamelt Silvio
terwijl hij wezenloos staart
naar het zand waar de wind mee speelt.

© André Degen

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *