Toen ik gistermorgen (12 mei 2022) naar mijn werk reed, hoorde ik op Radio 1, pardon NPO 1 (ja zeg, ik moet natuurlijk wel met mijn tijd meegaan, anders houd ik helemaal geen lezer meer over!) een nieuwsitem over gevangenisrellen in Ecuador.
Journalist ter plaatse Arjan Meesterburrie wist te vertellen dat het niet de eerste keer was dat er onlusten uitbraken in gevangenissen in Ecuador: in september 2021 vielen er maar liefst 116 doden bij gevechten tussen rivaliserende drugbendes. Let wel: binnen het detentieterrein. En nog geen twee maanden later was het opnieuw raak. Met dien verschille dat er dit keer ‘maar’ 68 doden vielen.
Ik hoorde ervan op. Ecuador, dat was het land dat ik in 1992 nou juist vanwege de (betrekkelijke) stabiliteit had uitgekozen als vakantiebestemming. Zoals Meesterburrie in zijn reportage stelt: ‘Ecuador is altijd, zeker vergeleken met buurland Colombia, altijd relatief rustig geweest.’
Mijn vrouw en ik wilden dat jaar graag naar Zuid-Amerika en daarom maakten wij ‘een rondje langs de velden’ over het continent.
Venezuela viel af, aangezien daar in die dagen een staatsgreep dreigde. Aan Colombia viel helemaal niet te denken, want daar werd begin jaren negentig van de vorige eeuw een strijd op leven en dood geleverd tussen het Medellín- en het Cali-kartel. En Colombia’s hoofdstad Bogotá stond in 1992 zelfs nummer een in het lijstje gevaarlijkste steden ter wereld (en in 2016 was dat er niet beter op geworden).
In Peru hield Sendero Luminoso (Lichtend Pad) huis onder de bevolking, dus daar zouden we liever eens heen gaan als het wat rustiger was.
Natuurlijk hadden we naar Guyana, Suriname, Argentinië, Paraguay of Uruguay kunnen gaan, maar op de een of andere manier sprak Ecuador ons wel aan. Bovendien had Ikwadur Ripuwlika (dat is de naam van het land in Quechua) als grote troef dat de Galápagos-archipel bij Ecuador hoort.
In de vier weken dat wij door Ecuador trokken zijn we maar één keer slachtoffer geworden van (kleine) criminaliteit: in de hoofdstad Quito werd ik – nota bene op de laatste dag van ons verblijf op Ecuadoraanse bodem – de prooi van een zakkenroller. In een stadsbus rolde hij mijn portemonnee die gelukkig maar – omgerekend naar nu – ongeveer € 25,- bevatte, dus die schade was te overzien.
Maar sinds ons verblijf in Ecuador is er veel – ten kwade – veranderd: er is de dreiging van een staatsgreep geweest, de noodtoestand is er, nog niet zo lang geleden, uitgeroepen en over het algemeen is het politiek sowieso al een tijd instabiel.
Dus mochten mijn vrouw en ik besluiten nog een keer naar Zuid-Amerika te reizen, dan zullen we ons wel twee keer bedenken voor we naar Ecuador gaan.