De verschrikkelijke sneeuwstorm

Annapurna-route

Vandaag (19 oktober 2014) kom ik nog even terug op de sneeuwstorm die afgelopen dinsdag al het Annapurna-massief teisterde. Ineens toonde de weergod zich in de gedaante van De Verschrikkelijke Sneeuwman: binnen twaalf uur viel er tot 1,8 meter sneeuw. Meer dan 39 mensen overleefden deze blizzard niet, een onbekend aantal is nog vermist en 400 personen zijn gered, van wie velen echter verder moeten met een lichaamsdeel minder, omdat dat is bevroren en moest worden geamputeerd.

Oudbakken nieuws, zeggen jullie? Nou, als nu.nl op deze zondag 19 oktober nog een staartje van dat onderwerp brengt, dan voel ik mij niet bezwaard dat ook nog eens op te voeren.

Misschien niet het leukste item om het weekend mee af te sluiten, maar toen ik de namen Manang, Thorung-la en Muktinath hoorde, dacht ik aan de trek die ik precies twintig (!) jaar geleden in hetzelfde gebied maakte. Hoe anders waren de omstandigheden toen!

Ik ging destijds, zoals het ‘hoort’, in de tweede week van oktober naar Nepal. Dat is namelijk de ideale tijd om over het dak van de wereld te lopen: de regentijd is net opgehouden, de lucht is fris en helder, de uitzichten zijn daardoor fantastisch en de temperatuur overdag is ideaal: niet te heet, niet te koud.

Ik had mij terdege voorbereid op het beklimmen van de Thorung-la, een voor een Laaglander als ik imposante hobbel: deze pas is 5415 meter hoog. En als je bedenkt dat je rond de 3000 meter al hoogteziekte kunt krijgen, dan kun je nagaan dat het lopen boven de vijf kilometer helemaal uitputtend is. Daarom was ik in een rustig tempo omhoog gelopen en had, zoals wordt aangeraden, een rustdag in Manang (op ruim 3500 meter) genomen. Last van hoogteziekte heb ik (daarom) niet of nauwelijks gehad.

Behoorlijk fit kwam ik aan op Thorung Phedi Base Camp, op 4500 meter. Vanuit daar moest ik, zo had ik uit verhalen links en rechts begrepen, in één keer de kilometer naar de top van de Thorung-la maken en dan direct afdalen naar Muktinath, wilde je tenminste niet geplaagd worden door altitude sickness. Wat daar in die lodge bij elkaar zat was een zootje lijderig kijkende, kleumende angsthazen die als kleine kinderen hun vrezen probeerden te bezweren.

Voor je gemoedsrust was het maar beter niet al te lang in hun gezelschap te verkeren, want als je daar gevoelig voor was, zou je gemakkelijk aangestoken worden door die zenuwenlijerige sfeer. De een zat de ander gek te maken en een derde deed daar weer een schepje bovenop. Zouden ze hoogteziekte krijgen? O God, wie weet? En wat moest je ertegen doen? Veel thee of water drinken, maar ja, dat was natuurlijk geen garantie, je kon er alsnog last van krijgen, enz., enz.

Ik scheidde mij af van die verzenuwde stressers, dronk veel en volbracht de volgende morgen zonder hoofdpijn of ander ongemak de beklimming van de Thorung-la. Vlak voor de top was een monument, niet echt opgericht, maar ontstaan: het bestond uit een hoop stenen, daar bij elkaar gegooid door passerende wandelaars. Dit hadden zij gedaan op verzoek van de ouders van ene ‘Ric’, een jongen van 27 die hier op 24 februari 1991 was overleden aan hoogteziekte. Hij die zonder kwalen was wierp tegelijk de eerste en laatste steen voor deze jongen.

Dat spontaan ontstane gedenkteken was toen, in 1994, het enige wat mij eraan deed denken dat er met de bergen niet te spotten viel. Maar verder was toen alles lieflijk, puur en idyllisch. Maar ja, twintig jaar geleden zag alles er minder grimmig uit.

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *