De natuur als pretpark

ruige natuur Ruige natuur in Zuid-West Ierland (klik op de foto voor VERGROTING)
© www.vijftigplusser.nl (een site waar ik bij toeval op stuitte, jullie moeten me geloven)

Vandaag (21 oktober 2015) is het wat grijs, triestig weer, dus een cultuurpessimistische beschouwing kan best even.

Want wat lees ik namelijk in De Volkskrant? (en Jean-Pierre Geelen schrijft er ook over in zijn column van vandaag). Er worden op de Hoge Veluwe momenteel door hobbyfotografen met nul gevoel voor de natuur heuse drijfjachten georganiseerd om herten voor de camera te krijgen, zodat deze natuurverstorende sukkels hun mooiste plaatje kunnen schieten.

Geen jachtgeweren maar telelenzen als kanonnen, en per saldo bijna net zo schadelijk, want door dit opjaaggedrag gaan de dieren stressreacties vertonen, waardoor ze samenklonteren in roedels van dertig, veertig individuen (net als zebra’s die worden verenigd door hun angst voor een leeuw), waar groepjes van acht tot tien normaal zijn.

Het deed me denken aan mijn backpacktijd (lang geleden, jongens en meisjes; we hadden de gulden nog – Indië waren we net kwijt -, het was in de tijd dat een vrouw nog zonder morren de sloffen klaarzette voor haar man, wanneer die afgemat thuiskwam van zijn werk. Ja, het is echt lang geleden). Ook toen werden er dieren achterna gezeten door mijn medereizigers, enkel en alleen voor die ene, geweldige foto waarmee ze thuis konden pronken.

Ik herinner me een tocht naar het Nakuru-park in Kenia. Onze gids had onze groep duidelijk de instructie gegeven niet te dicht bij de nijlpaarden te komen en bij het fotograferen geen flits te gebruiken. Beide instructies werden grof met voeten getreden, met één keer een gevaarlijke situatie tot gevolg.

Het jaar daarvoor was ik naar de Galápagos-eilanden geweest. Daar was een verwende Amerikaanse in ons gezelschap dat met zo’n typische, whining intonatie op een gegeven moment ongeduldig uitriep: ‘I wanna swim with the sea lions!’ Zeeleeuwen als een soort extra attractie in een wildwaterparadijs (net zoiets als dit. Koalaberen als knuffels.)

Beide gebeurtenissen pasten wat mij betreft in, wat je met een fraai Nederlands woord de verpretparkisering van de natuur zou kunnen noemen; de zogenaamde ‘ruige’, ‘ongetemde’ natuur staat geheel in dienst van de in zijn ego zwelgende mens. Een selfie maken met een berggorilla, al is het beest er helemaal niet van gediend dat je zo dicht bij hem komt, op de Galápagos een zeeleguaan oppakken, omdat je met hem op de foto wilt, surfen op de rug van een walvishaai of herten opdrijven omdat je ze pal voor de camera wilt hebben.

Je ziet dat ook in natuurprogramma’s terugkomen, als Freek Vonk in Australië; de bioloog/thrillseeker (Hear, hear) die werkelijk geen beest rustig kan laten zwemmen, kruipen of lopen zonder erop te duiken. Dat geeft de programmaomschrijving nota bene zelf toe: ‘Hij ontdekt welke dieren hier de dienst uitmaken. Nooit van een veilige afstand, maar altijd van dichtbij en het liefst erbovenop.’

(Ik erger mij altijd groen en geel als ik die selfkicker wéér een nietsvermoedende slang uit zijn hol zie trekken of als hij wéér een koala niet met rust kan laten. Het toppunt vond ik wel dat hij minutenlang een kraaghagedis achterna zat en ten lange leste het arme beest in zijn klauwen hield en godbetert toegaf dat zo’n Chlamydosaurus kingii alleen in stress-situaties zijn kraag opzet. Freek Vonk, de bioloog, hij moet zich de ogen uit zijn kop schamen. Maar dit geheel terzijde.)

Maar zelfs in serieuzer ogende natuurdocumentaires als Earth Flight zien we die versensationalisering (weer zo’n fraai Nederlands woord) terugkomen. Cameraatjes gemonteerd om de nek van ganzen om maar zo’n spectaculair mogelijk plaatje te krijgen. Ik heb zelfs horen verluiden dat sommige van de aldus misbruikte vogels het niet overleefd hebben.

Tegenwoordig moet werkelijk alles dienen als entertainment (en ziehier het onvervalst cultuurpessimistische van dit stuk); de advocatuur, TBS’ers, hoeren, kinderen met het syndroom van Down, ongeneeslijk zieken, je kunt het zo gek niet bedenken of het wordt ingezet om ons kijkertjes te vermaken.

Is het tij nog te keren? Ik ben bang van niet. Afkicken van een verslaving kost moeite en doet pijn. En wij zijn verslaafd geraakt aan het snelste, giftigste, gevaarlijkste, lelijkste, etc. dier. De natuur is ons planeetgrote pretpark geworden. En dat laten we ons niet meer afnemen.

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *