Vogelaars

Mensen legden hun korte blik afvan alledagomhingen zich metde lange kijk. Onze gids legde de klokuit in de ruimte:‘Zwarte stern op drie uur,brilduiker op zes uur.’ Hij leerde onsvogels te vangenzonder ze te kortwieken. Naarmate de dag vorderdekwam de zeearendhoger aan de hemel te staan.Tot de leeuwerikhet zenit aangafvan ons…

Lees verder

Pieterpad

Ik weethet is een belevinguit het boekjedoor grubbenover veldwegenlangs akkersdie verruigen mogenen beekoeverswaarvan de verflauwingshoekberekend is. En tochals wij de buitenluchtdiep inhalenverwijdt ons gemoed zichtot stroompjesworden opgenomenin onze bloedsomloop. En zien wijbemoste mastadontpotenoprijzen uit de tijdvan vóóroormerkpaden. Paddestoelenwijzen ons de weghet boomrijk uitterug naar het open veld.Het blauwe avondlichthangt aan…

Lees verder

Het leven van een dichter

Het publiek hoorde mijn gedichtenbeleefd aan.Er werd beschaafd geklapt.De vragen na afloopbleven binnen de perken.Ik stootte niemand voor het hoofd.Bij de nazit hield ik mijzelfkeurig in de hand.Vriendelijk maar beslistsloeg ik de uitnodigingvan een bezoekster afom bij haarde nacht door te brengen.De organisatie betaaldenetjes mijn gage.En de trein terugwas ook…

Lees verder

Het heimwee van de koningin

Wanneer de koninginaan zichzelf gaat denkenals ‘al zoveel winters oud’ Zal ze dan de zoele avondenmissen uit haar jeugdtoen mengewoon op straatelegant loomde rumba uitzwierde? Dan beseft ze dat men in haartweedehands vaderlanddie kille klomp kleialleen op Koningsdaghost op straaten dan nog slechtseen houterige klompendans. Denkt ze dan terugaan de…

Lees verder

Stadsgezichten

Katten in de etalageliggen voor het grijpen.In mijn huisis ruimte genoegdie ze kunnen vullenmet hun warme lijven. Ik passeer kookeilanden.De vrouw des huizes oogt‘Leg maar aan’.Ik ben de beloftevan een ogenblik. De doorgangshuizenop mijn routewarme haagvan toeschouwersdie wedstrijdlopers aanvuren. Ik word alleen beloondals ik doorloop;stilstand is verdacht. Ik groeteen afscheid.…

Lees verder

Confrontatie

Vanmorgen liep de spiegelmeer vol met mijzelfdan wenselijk wasvoor beide partijen. Twee paar flauwe ogenvroegen zich afwie was nu eigenlijkafspiegeling van wie? De spin die zichin de nacht sluipsmijn nek had ingevretenliet gif in mijn aderen achter. Hersengeleialle kanten op geglibberddoodleuk weer de pan in geschepten opgediend. De geest bonkte…

Lees verder

Bezoek

Tante gaat rondin jurkmet dode bloemenmotief.Ze presenteert.Door het matglasvan de bonbonnièrezie je de gifkogels niet aankomen. Een wesp beklimtde doorzichtige muurtussen hem en de vrijheid. De keukenkraankan al zijn waterniet vasthouden. Een fotolijsthoudt haar zoon binnen. Buiten was het zomer. © André Degen

Lees verder

Het aloude ontwaken

De lente kan nog maar netop eigen benen staan,om de zondooieris het vlies gebroken. Een nieuwe generatiemoet uit holen en burchtende wereld in. We snuiven sporenuit de lucht.We wijzen windhanen aanals wegwijzersen belovenhun richtingen te gaan. Sportvliegtuigjesomhangen de transparante lentetentmet vaandels. Ik moet mijn vertwijfelingenten op de scheutigeopschietende hoopdie mij…

Lees verder

Mijn hart

Mijn hart, we zijn nu eindelijk alleenver weg van de liefdeen haar open plekkenwaar geweien verstrikt raken.De liefde die harten alleen maaruit hun ritme brengt. Mijn hart, jij doet nugelijkmatig je werktijdens onze vaste ronde. Naarmate ik langer renstampen mijn voeten dit aantot vaste zekerheid: Dat ik mijn leven langtot…

Lees verder