De Martini-toren
biedt prachtig uitzicht.
Het meisje ging
de schemerige wenteltrap
van een geest
die steeds nauwer toeliep.
Zij sprong en
iets vloog weg
van haar schouder.
De grond kwam haar
omhoog.
Heeft de kaartjesverkoper
iets gemerkt aan haar,
bij het geld teruggeven,
een voor zo’n warme dag
vreemd droge hand
waar alles langs afgleed?
Nam ze, in een reflex,
het waardeloze
wisselgeld nog aan?
Op een dag dat mensen
een eindje verderop
lichtzinnig lachend proostten
op het leven
bleef de zon bij haar steken
aan de opperhuid.