Nacht en ontij

In de poel
spuwde het kikkervrouwtje
eitjes die je
steen konden kijken.

Er was meer gebroed,
dat wisten wij zeker.

Dit was het bosje
waar je vóór donker uit moest
Anders hield de Krommeneer
je gevangen in
zijn martelhut

Hoorden wij van jongens
die het ook niet
konden navertellen.

De hazelaarsstaf sloeg slangen
met zijn stijfheid.

En altijd viel er wel
een leven te redden
van een vrouw
even mooi als dankbaar.

Voor ons
rasavonturiers
was thuiskomen
dodelijk.

© André Degen    

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *