Wat een middagje heerlijk genieten van His Master’s Technique had moeten worden, werd gefrustreerd en nogal treurig getuige zijn van een ontluisterend schouwspel.
Dan doel ik op de kwartfinale tussen Roger Federer en Hubert Hurkacz op 7 juli 2021. Waarom ik daar vandaag (13 juli 2021) nog op terugkom? Eergisteren is namelijk de finale van Wimbledon gespeeld en we weten inmiddels allang dat Novac Djokovic de winnaar is. En naar mijn smaak had Roger Federer daar moeten staan.
Maar na het aanschouwen van zijn kwartfinale moest zelfs ik, als verstokte Federer-fan, toegeven dat hij in de vorm waar hij op dat moment in stak, geen schijn van kans zou hebben gemaakt tegen de huidige nummer één van de wereld.
Federer had zich op 6 juni nog wel preventief teruggetrokken uit het toernooi dat sowieso nooit zijn natuurlijke habitat is geweest: Roland Garros (hij heeft dat toernooi ook maar één keer weten te winnen). Hij wilde zich namelijk volledig concentreren op het grasseizoen om daarin – misschien wel voor het laatst – zijn ‘Grand Slam-slag’ te slaan. Maar dat liep anders.
Voor de mensen die Federer een warm hart toedragen had het al een veeg teken moeten zijn dat hij tijdens de traditionele opmaat naar Wimbledon, het (gras)toernooi van Halle (het toernooi dat hij nota bene tien keer op zijn naam schreef), al vrij kansloos in de tweede ronde verloor.
Na een vrij moeizaam bevochten zege op Dominik Köpfer en Lorenzo Sonego mocht ‘de man uit Bazel’ tijdens Wimbledon aantreden tegen Hubert Hurkacz. Hè, wie? hoor ik jullie vragen en ik moest zelf ook even googlen om te kijken wie dat was.
Aan de overwinningen die Federer tijdens zijn eerste optredens tegen Köpfer, Norrie en Sonego op Wimbledon boekte moesten we maar niet al te veel verbinden, want Köpfer reikte totnutoe niet verder dan de vijftigste plek, Norrie heeft als hoogste positie op de wereldranglijst 79 gehad en dat is ook alweer drie jaar geleden. En Lorenzo Sonego heeft als hoogste ranking tot nu toe de 27e plek op de wereldranglijst bereikt.
Maar goed, de fans klampten zich aan elke strohalm vast; de bijna veertigjarige meester leek in het toernooi te groeien en, wie weet, zou hij nog één keer kunnen stunten. Het mocht niet zo zijn.
Sic transit gloria mundi, zo vergaat ’s werelds roem, dacht ik (een tikje elitair), toen ik Federer met gebogen hoofd het Centre Court zag verlaten. De Grote Meester weet nog niet of hij volgend jaar terugkomt op zijn geliefde grasbaan.
‘It doesn’t stop here,’ zei een bijna stuitend zelfverzekerd grijnzende Djokovic tijdens zijn obligate afsluitende praatje na de prijsuitreiking. Nee, dat zal wel niet. Maar we kunnen er vrij zeker van zijn dat het hier en nu voor Roger Federer wel is geëindigd.