Oma Kloosterburen

De Hoofdstraat van Kloosterburen, met de karakteristieke katholieke kerk

Vandaag (26 april 2021) is de verjaardag van mijn oma van moeders kant. Niet dat ze die kan vieren, want ze is al 23 jaar dood, maar ik wil op deze dag graag even bij haar stilstaan, want ze was een oma ‘uit het boekje’.

Goed, luisteren was niet haar sterkste punt, maar ze was hartelijk en stopte je altijd wat toe, terwijl ze het bepaald niet breed had. Ik kwam graag bij haar thuis en logeren in haar gezellige, kleine huisje, samen met mijn broer, was altijd een feest.

Ze woonde haar hele leven in het Noord-Groningse Kloosterburen en het is dan ook niet verwonderlijk dat ze het dorp en zijn bewoners op haar duimpje kende.

Als puber kwam ik met mijn ouders en mijn Grote Broer en Kleine Zus in de weekeinden geregeld bij mijn opa en oma. Mijn oma vertelde dan van alles over het reilen en zeilen in Kloosterburen en omstreken. Heimelijk smulde ik altijd van die verhalen, vooral als het over bizarre zelfmoorden ging.

Zo was er eens iemand geweest die op een ‘boeskool’ (witte kool) was gaan staan en die, met een touw om zijn nek, die kool om had getrapt en zo was overleden. Of het huiververhaal over een elfjarige jongen die op zijn jongere zusje moest passen, omdat zijn ouders een avondje uit gingen, maar die daar absoluut geen zin in had. ‘Als ik dát moet doen, hang ik mezelf op!’ Daarop was hij naar boven gerend.

Zijn ouders hadden gedacht: ach, laat hem maar even uitrazen, dat is de heethoofdigheid van de jeugd. Maar toen hun zoon wel erg lang weg bleef, gingen ze toch maar eens boven kijken. En daar hing hij, aan de zoldering, tussen het wasgoed.

Vreselijk als het je overkomt, maar inwendig rilde ik van genot bij het horen van zulke horrorverhalen. Maar hoe boeiend de verhalen van mijn oma ook waren, op een gegeven moment waren mijn broer en ik er wel aan toe om naar buiten te gaan, om te spelen en onze fantasieverhalen te voorzien van een tastbaar decor. Daar heb ik jaren geleden het volgende gedicht over geschreven:

Oma Kloosterburen

Deze middag brengt mij terug
bij mijn oma’s huisje
dat met haar mee
gekrompen is.

En weer loop ik weg
van die uitvalsbasis
met mijn broer
langs eindeloze sloten
door het eindeloze land
waar onze jeugd verzwierf
tot waar het leven
nog niet ingepolderd was.

Na het beslechten
van een riddertwist
wachtte ons
in dat tussenthuis
een drank
die kracht teruggaf
en onze verhalen
kregen de gloed
van onze wangen.

O Noord-Gronings land
waar de horizon wegloopt
tussen twee oneindigheden uit
nooit zal ik wijder kijken
dan toen ik met mijn broer
een verre vuurtoren
met zijn reuzenvinger
de richtingen aan zag wijzen
die wij nog moesten gaan.

© André Degen

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *