Waarom La peste nu lezen verfrissend is

Dit is de voorkant van de pocketuitgave van La peste die ik ken
en die me dierbaar is, aangezien ik dit boek uit de nalatenschap van mijn vader heb meegenomen…

Gisteren (18 maart 2020), middenin de coronacrisis (als je dat woord intypt bij Google, krijg je ruim 28 miljoen hits…), heb ik La peste van Albert Camus uitgelezen.

Lang geleden had ik het boek al eens gelezen, maar ik werd als het ware aangezet het nog eens ter hand te nemen door een bericht dat de opkomst van Covid-19 de verkoop van Camus’ succesroman in Italië, de Europese brandhaard van het nieuwe virus, heeft opgestuwd.

Niet zo verwonderlijk, want er zijn treffende gelijkenissen tussen het Oran van de jaren veertig uit de vorige eeuw, waar op raadselachtige wijze de pest uitbreekt, en de wereld van nu die geheel en al in de greep is van de uitbraak van het mysterieuze coronavirus.

In een open brief aan literatuurcriticus Roland Barthes maakte Camus eens duidelijk wat hij voorhad met het schrijven van het boek: ‘La Peste, dont j’ai voulu qu’elle se lise sur plusieurs portées, a cependant comme contenu évident la lutte de la résistance européenne contre le nazisme. La preuve en est que cet ennemi qui n’est pas nommé, tout le monde l’a reconnu, et dans tous les pays d’Europe.’

(De Pest, waarvan ik wilde dat het op verschillende niveaus gelezen zou worden, gaat echter overduidelijk over de strijd van het Europese verzet tegen het nazisme. Het bewijs daarvoor is dat deze vijand niet genoemd wordt, maar dat iedereen hem herkend heeft, in alle landen van Europa).

Maar dit was blijkbaar niet duidelijk genoeg voor onze eigen Gerard Reve: Reve geeft in een gefingeerd vraaggesprek aan het begin van Tien vrolijke verhalen, lucht aan zijn grote ergernis tijdens de lezing van La peste:

‘Laatst las ik La Peste van Camus. Ik heb me kwaad gemaakt. Het is niet erg dat zo’n boek geschreven wordt (…) Maar dat men een boek als dit in de hoogte kan steken zoals men gedaan heeft, dat is mij een raadsel. Het is mooischrijverij. Zo vals en onwaarachtig als een schuimpje van zand tussen je kiezen. (raar en lelijk beeld – AD) Waar heeft hij het toch over? vroeg ik me aldoor af. Wat bedoelt hij toch? De oorlog, de mensheid, de bezetting, de vrijheid? Waarom zegt hij niet wat hij bedoelt?’

Trouwe lezertjes van dit weblog (ik ga er gemakshalve vanuit dat die er zijn) weten dat ik een groot liefhebber ben van het oeuvre van Reve, maar hier vind ik toch dat hij de plank volledig misslaat.

Hij begaat in mijn ogen namelijk een grote blunder door zijn uitspraak over het vak van schrijver: hoezo moet een schrijver ‘zeggen wat hij bedoelt’? Volgens mij was nou juist het aantrekkelijke van letterkundige werken dat je ze op veel verschillende manieren kon lezen en uitleggen.

Werkelijk onbegrijpelijk, dat briesende commentaar van De Grote Volksschrijver. En dan, een regel verder, Camus afserveren met de kwalificatie ‘een soort vader Cats voor de kleinburger die te langzaam van begrip is om iets rechtstreeks te kunnen vatten’, ach, ‘laten we maar uitscheiden’, om het in Reve’s eigen woorden tijdens dat verzonnen interview te zeggen.

Terug naar La peste. In een artikel staat een interessante passage waarmee we de kern raken van het boek:

‘Il ne s’agit donc pas, nous l’avons bien compris, d’une simple maladie. L’écrivain installe un débat plus vaste, une plus ample réflexion par laquelle s’exprime un humanisme sceptique et lucide. L’épidémie apparaît en quelque sorte comme le corps physique, la forme concrète d’un mal abstrait, du Mal existentiel, et donc du malheur des hommes au demeurant.’

De vertaling van dit lange citaat luidt: ‘Het gaat niet simpelweg om een ziekte, dat is nu wel duidelijk. De schrijver zwengelt een meer omvattend debat aan, een weidsere gedachtengang waarin vorm wordt gegeven aan een sceptische en lucide vorm van humanisme. De epidemie doet zich in zekere zin voor als een stoffelijk iets, een concrete vorm van een abstract kwaad, van het existentiële Kwaad, dus eigenlijk van het ongeluk van de mensen.’

De Pest, dat is natuurlijk niet alleen maar de ziekte veroorzaakt door het bacil Yersinia pestis, maar het is een symbool voor het absurde van het menselijk bestaan, waarin er zomaar, uit het niets, zo lijkt het, een virus opduikt dat het slechtste maar ook het beste in mensen naar boven haalt, een ziekte waarin je evengoed een straf van God kunt zien als een stom toeval.

Het virus dwingt ons ons ware gezicht te laten zien: hoe verhouden wij ons in deze tijden van crisis en gevaar ten opzichte van andere mensen – en ten opzichte van onszelf? Zijn we solidair, egoïstisch? Laten we ons leiden door blinde angst en geruchten of proberen we het hoofd koel te houden en luisteren we zoveel mogelijk naar de feiten?

In deze tijden leren we onszelf én de ander beter kennen. En, of we nu besmet worden door het virus of niet, na deze periode zal niemand ooit meer hetzelfde zijn. Dat is naar mijn idee de boodschap en de diepere betekenis van La peste.

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *