Toen de dementie mijn vader
zachtjes bij de hand nam
moest hij nog één keer
zijn handtekening zetten
achter op een nieuwe betaalpas.
Vanuit mijn ooghoeken
hield ik hem in de gaten:
zijn rechterhand met daarin
de stift met onuitwisbare inkt
bungelend in een vacuüm.
Vanuit die gewichtloze hoogte
landde hij op dat smalle strookje,
aarzelde; een dichter die bedenkt hoe hij
op één regel uitdrukking kon geven
aan zijn persoonlijkheid.
© André Degen