Een godin
liet de witte stola
glijden van haar
hemelse schouders
en stond daar toen
in volle présence
in de
doorluchtige koepeltent
waar een koord voor haar
de grens was tussen
twee oneindigheden.
Wij keken op
en de adem
gleed ons terug
in de keel.
Haar machtigstille voortschrijden.
Even legde elk ding
op de wereldwijde zonneweide
zich bij zijn schaduw neer
lag ermee in evenwicht.
© André Degen