
Eerst begint De Telegraaf erover (helaas achter een betaalmuur), een kleine week geleden, dan behandelt eergisteren (13 april 2025) RTV Noord het onderwerp, gisteren (14 april 2025) heeft Geen Stijl het erover en vandaag wijdt het AD er een artikel aan: wel of niet met een wc-rol over de camping naar het toiletgebouw.
Oftewel: wil je eigen sanitair bij je staanplaats of vind je het geen bezwaar naar het gemeenschappelijke toiletgebouw te gaan, met inderdaad die verdomde rol toiletrol in je hand die iedereen laat zien: die gaat zijn endeldarm tijdelijk verlengen?
‘Met de wc-rol onder de arm over de camping is (bijna) verleden tijd: privé sanitair op kampeerplek maakt opmars’ kopt De Telegraaf, terwijl de stelling op RTV Noord juist luidt: ‘Kamperen moet met een wc-rol onder de arm en zonder privé-wc’.
Wc-rol of geen wc-rol, that’s the question, dus. Ik geef toe, niet de meest wereldschokkende kwestie die de mensheid bezighoudt, maar toch. Misschien is het juist ook wel goed om je met zo’n luchtig onderwerp bezig te houden in een tijd ‘dat de wereld in brand staat‘.
Laten we niet de psycholoog gaan uithangen, maar in een tijd dat ‘The Orange Idiot in the White House’ bezig is zich in een adembenemend tempo te ontwikkelen tot een onvervalste dictator, wij de opwarming niet eens meer onder de ooit als kantelpunt geziene 2 graad kunnen houden en tot overmaat van ramp Kane ook nog stopt met optreden, zoeken wij als mensheid houvast aan iets luchtigs, om niet doorlopend de drukkende last te voelen van al die zwarigheid. Als amateur-psycholoog noem ik dat ’therapeutisch escapisme’. Wat zeggen jullie daarvan?
Ik ben zelf een verstokte kampeerder en eerlijk gezegd heb ik er schijt aan (pun intended) of medekampeerders mij met een wc-rol naar het sanitair blok zien lopen. Oftewel: ik hoor bij het kamp dat opteert voor geen privé sanitair bij zijn tent of caravan. Niet omdat ik primitiviteit cultiveer, maar omdat ik het idioot vind om op een camping precies dezelfde luxe te verlangen als thuis; blijf dan toch lekker in je eigen huis, zou ik zeggen.
Ik neem daarom op een camping de kleine ergernissen die onlosmakelijk horen bij het kamperen voor lief. Om maar enkele te noemen: je legt een stukje wc-papier op de scherpe, porseleinen rand van de toiletpot, omdat er geen wc-bril is en dat stukje papier wordt er door de luchtstroom in een toiletgebouw afgeblazen, zodat je die handeling nog een keer moet verrichten. En, als het even tegen zit, nóg een keer.
Of de wc-rol valt op de natte douchevloer, zodat hij onbruikbaar wordt en je hem weg kunt gooien, terwijl je op dat moment dringend kakken moet. Dit kan natuurlijk ook gebeuren met je schone onderbroek…
Deze is ook fijn: je komt onder de douche vandaan en je komt erachter dat je je handdoek vergeten bent…
En dan heb ik het nog niet eens gehad over het geboer, het gerochel en het geruft in een toiletgebouw, het hondengeblaf, het babygeblèr en het gelal ’s avonds laat en het gesnurk van de buurman ’s nachts als je graag slapen wilt. Ja, dames en heren, denk toch even na voor je kamperen gaat!
Toch roep ik, ondanks de hierboven genoemde bezwaren, uit volle borst mee: Red de camping!
O ja, de titel van deze weblogbijdrage is afkomstig uit het lied ‘Op De Camping (In The Navy)’ van Ome Henk – een kleinood uit ons muzikale erfgoed.





