Zeg maar dag tegen de grutto

Geen vrolijk stemmend nieuws dat mij bij het openslaan van De Volkskrant deze zaterdag (5 juni 2021) in het gezicht sloeg: het gaat erg slecht met de grutto, een vogel die wij Nederlanders nota bene ooit (nou ja, niet eens zo lang geleden) hebben uitgeroepen tot ‘nationale vogel’. Zelfs zo slecht dat binnen afzienbare tijd de Limosa limosa hoogstwaarschijnlijk uit ons ‘weidebeeld’ verdwenen zal zijn. En dan zal dit nu al weemoedig stemmende geluid, dat altijd een aankondiging was van de lente in Nederland, voorgoed verstomd zijn boven onze weilanden.

Kom, kom, André, niet zo somber, hoor ik jullie brommen, zo ver is het nog niet, want er ligt nu toch een Aanvalsplan Grutto klaar? Ja, ik weet het, maar dat plan klinkt als een soort ‘Ardennenoffensief’, een wanhopige alles-of-niets-poging om de grutto van de ondergang te redden.

Het reddingsplan voor onze nationale vogel zal deze maand door de Vogelbescherming worden aangeboden aan Tweede Kamerleden in de hoop dat het meegenomen zal worden in het regeerakkoord. En de nu nog regerende partijen VVD, CDA en D66 spraken eerder hun steun uit aan het plan. Het is meer dan waarschijnlijk dat die drie partijen na de formatie ook weer deel gaan uitmaken van het kabinet, dus dan zal alles wel goed komen met de bedreigde weidevogel. Toch?

Nou… was het maar zo, maar Gerrit Gerritsen, al zijn hele leven lang onderzoeker en beschermer van de boerenlandvogel, weet dat het zo simpel natuurlijk niet ligt: het nieuwe initiatief deed Gerritsen denken aan een eerder plan, Naar een rijk weidevogellandschap, eveneens afkomstig van een oud-minister (Aanvalsplan Grutto komt van oud-minister Winsemius).

Toen ze minister waren en dus de macht hadden om écht iets te veranderen, werd er geen geld vrijgemaakt om dit soort projecten te realiseren. En nu ze geen enkele verantwoordelijkheid meer dragen, willen ze ineens goede sier maken met zo’n ambitieus plan waarvan ze in hun hart ook wel weten dat er niets van terecht zal komen. Of ben ik nu te cynisch?

Ik schreef ruim een jaar geleden ook al over de verschraling van de weidevogelstand: ‘De boer heeft ervoor gezorgd dat een weiland anno 2020 een strakgetrokken biljartlaken is: glad, kaal en zo dood als een pier. Wat je opvalt (en zeker als vogelaar) is dat het zo ijselijk stil is boven de weilanden.

Waar vroeger een schitterende samenzang klonk van kievit, grutto, scholekster, tureluur en soms de wulp, hoor je nu hooguit een groepje bonte pieten en een verdwaalde kievit.’

Een week geleden maakte ik een stadswandeling (mijn 58e, maar dit terzijde). Ik kwam toen op een gegeven moment, aan de rand van mijn woonplaats Groningen, bij een bloemrijk weiland, waar het gras lang was. Typisch een biotoop waar je de grutto, maar ook de tureluur en de wulp, zeker zou verwachten.

Maar alles wat ik hoorde was een enkele kievit en, heel even, een verdwaalde tureluur, die zijn roep afkapte als iemand die een bekende denkt te bellen, maar er tijdens het overgaan van de telefoon aan de andere kant achterkomt dat hij de verkeerde persoon heeft gebeld en zijn poging snel afbreekt.

Het was een mooie, zonnige dag, die 28e mei en ik was niet somber gestemd aan de wandeling begonnen, maar de afwezigheid van de grutto en ook van de tureluur in een omgeving die zo geschikt voor hen leek wierp toen een donkere schaduw over mijn humeur. Was ik ook maar niet zo’n verdomde romanticus en melancholicus, want dan zou me de teloorgang van die prachtig klinkende weidevogels me geen moer kunnen schelen.

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *