De grutto gaat het korhoen achterna

Fier en slank staat de grutto daar, maar binnenkort zal dit een plaatje uit het verleden zijn.

Ik weet het, we hebben in deze door het coronavirus geteisterde tijden bijna de morele plicht om vol te houden, niet bij de pakken neer te gaan zitten en positief te blijven (sterker nog, als het aan deugkoningin Claudia de Breij ligt, moeten we bevrijdend zingen, vechten, huilen, bidden, lachen, werken en bewonderen. Pfff.).

Dat zal allemaal wel (en dat lukte me de afgelopen zeven weken ook heel aardig), maar vandaag (1 mei 2020) lees ik een artikel dat mij behoorlijk terneer slaat: ondanks verwoede pogingen (zo bijvoorbeeld op 1500 hectare boerenland in Zuidwest-Friesland, Skriezekrite Idzega), zal het niet lukken de grutto voor Nederland te behouden.

Immers, als dat al niet lukt in een gebied dat in alle opzichten ideaal is voor deze weidevogel, hoe zou dat dan moeten in andere weidegebieden in Nederland?

De grutto-onderzoeker Egbert van der Velde, die in het artikel steeds aan het woord komt, is er uiterst somber over. Daarbij klinkt Van der Velde zeker niet als een hel en verdoemenis predikende onheilsprofeet, maar hij somt haast droogjes de feiten op en komt dan tot zijn treurige slotsom: ‘Het is alsof je de dodo onderzoekt, in de laatste jaren voor zijn uitsterven.’

Oftewel: de grutto is in ons land ten dode opgeschreven, er zijn nu nog 31.000 – 38.000 broedparen, maar de stand gaat gestaag achteruit en er zal, in de nabije toekomst al, een dag komen dat de Limosa limosa voorgoed verdwenen is als vaste gast van het Nederlandse voorjaar.

Zoals ook het uitsterven van het korhoen onontkoombaar is geworden. Er is nu nog een (kleine) populatie op de Sallandse heuvelrug, maar die is niet levensvatbaar, ondanks import van Zweedse hanen, zodat het definitief verdwijnen van de soort uit Nederland een kwestie van tijd is.

En je mag het vandaag de dag niet zeggen – want dan word je zo’n beetje gelyncht door de boerenstand – maar de reden van de dramatische achteruitgang van de grutto is de mens in het algemeen en de boer in het bijzonder.

De boer heeft ervoor gezorgd dat een weiland anno 2020 een strakgetrokken biljartlaken is: glad, kaal en zo dood als een pier. Wat je opvalt (en zeker als vogelaar) is dat het zo ijselijk stil is boven de weilanden.

Waar vroeger een schitterende samenzang klonk van kievit, grutto, scholekster, tureluur en soms de wulp, hoor je nu hooguit een groepje bonte pieten en een verdwaalde kievit.

Een week geleden maakte ik dat nog mee op een fietstochtje door het Groningse Lageland. Ik plaatste daar toen een Facebook-bijdrage over waarin ik schreef: ‘Ik hoorde zelfs de roep van de grutto, een geluid dat bijna verstomd is boven de Nederlandse weilanden.’ De vogelgeluiden boven de weilanden waar ik fietste waren schaars en eentonig.

Allerlei, op menselijk ingrijpen terug te voeren, oorzaken liggen ten grondslag aan het verdwijnen van de grutto: het kunstmatig laag houden van de waterstand, kunstmest, landbouwgif en een monocultuur waardoor elke variatie in het boerenland verdwenen is en er voor weidevogels niks te halen valt.

En alsof dit nog niet voldoende slecht nieuws is, hangt er, als een zwaard van Damocles, ook nog steeds deze onheilstijding boven het hoofd van de grutto…

Laten we tot slot, om onszelf toch nog iets op te vrolijken, maar even gaan kijken en luisteren naar de Limosa limosa

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *