Vandaag (11 juli 2023) stuit ik op dit artikel van Omroep West. Daarin wordt de vraag gesteld: waar komen al die schoenen vandaan die op een autosnelweg op de vluchtstrook liggen? En het gaat daarbij altijd om eenlingen; je ziet nooit een paar schoenen liggen.
Natuurlijk, het gaat hier niet om een kwellende levensvraag, maar toch: als je in je auto over de snelweg zoeft en je ziet zo’n verschoppeling liggen, dan kun je daarover gaan mijmeren. In het artikel wordt de reden daarvan haarfijn uitgelegd, dus dat ga ik hier niet allemaal navertellen.
Ik heb mijzelf wel eens eenzelfde vraag gesteld bij het zien van her en der in de stad verspreid liggende handschoenen. Hoe komen die daar terecht en ook: waarom zie je dan altijd maar één? In tegenstelling tot het mysterie rondom de achtergelaten schoenen op de vluchtstrook is hier vooralsnog geen verklaring voor. Jaren geleden heb ik over dit fenomeen het onderstaande gedicht geschreven:
Wezen
Verspreid door de stad
verloren handschoenen
eenlingen
door niemand opgepakt;
geen mens wil daaraan
zijn hand vuilmaken.
Nooit de een
zonder de ander
omvatten ze hetzelfde stuur
kneedden gelijke bal
bogen tegen eendere wind.
De overblijver
aan de kant gegooid
belandt in volgauto;
eenieder op zijn eigen
berg van bederf.
Zonder degene
die hen bij elkaar hield
die het leven bracht
in deze tweeling.
© André Degen