Dit is de muis die we na maanden eindelijk vingen in onze diervriendelijke muizenval. Het liep goed af voor Muis: hij werd ongedeerd vrijgelaten in het Noorderplantsoen. Op een kwiek drafje ging hij de vrijheid tegemoet.
Vandaag (19 april 2023) stuitte ik op dit bericht in Bild Zeitung (ja, je moet tenslotte ook andere bronnen dan De Volkskrant raadplegen). Een beer, Gaia, die ongeveer twee weken geleden in Noord-Italië een jogger had gedood, is gevangen.
Gaia werd, samen met haar twee welpen, verschalkt in een val die eigenlijk een XXL-versie is van een muizenval, aldus een woordvoerder van het Wereld Natuur Fonds (‘WWF-Sprecher Jörn Ehlers (59): „Eigentlich ist eine Lebendfalle für Bären wie eine überdimensionale Mausefalle“, aldus het Bild-bericht).
‘Ihre Welpen wurden wieder freigelassen: „Sie können sich selbstständig ernähren, brauchen ihre Mutter nicht mehr“, sagt Raffaele De Col, der zuständige Generaldirektor der Abteilung für Zivilschutz, Wälder und Wildtiere.’
Dat kan meneer De Col, algemeen directeur van de afdeling voor burgerbescherming, bos en wilde dieren, nou wel beweren, maar als ik ook eventjes wat mag zeggen, als leek uit het berenloze Nederland: waarom waren die berenwelpen dan nog bij hun moeder, als ze volgens meneer De Col diezelfde moeder niet meer nodig hebben?
Berenjongen blijven bij hun moeder totdat het ogenblik gekomen is dat het instinct de moederbeer ingeeft: nu is het moment gekomen om mijn kinderen te verlaten, nu moeten ze voor zichzelf zorgen. Ik denk eerder dat meneer De Col die van de burgerbescherming is iets opdist wat in zijn eigen kraam te pas komt.
Wat het geval Gaia trouwens wrang maakt, is dat ze een (zoveelste) slachtoffer is geworden van de blijkbaar onuitroeibare neiging van de mens om de hele natuur te herscheppen in een gigantisch pretpark, waar alles ten dienste staat aan de zucht tot amusement van de homo sapiens.
In het geval van Gaia in de Noord-Italiaanse provincie Trentino legden hotelhouders aas neer voor de beren, waardoor die dichterbij woongemeenschappen kwamen en aldus een attractie voor de toeristen vormden. Zucht.
Maar goed, dat is een lange inleiding om te komen tot iets vergelijkbaars, maar dan op mini-niveau, in mijn eigen leven.
Sinds een paar maanden kregen wij namelijk thuis bezoek van een muis. We hoorden hem ’s avonds trippelen, knagen en als we de keuken in liepen, zagen hem soms wegschieten in een klein gaatje in een van onze plinten.
So far, so good. Bij mijn weten knagen huismuizen geen kabels door zoals marters en het zijn ook nog eens schattige diertjes, met van die grappige, bolle kraaloogjes.
Maar een rondje googlen leert mij dat muizen wel degelijk aan kabels knagen, dus dat wij niet voor de tweede keer last hebben gekregen van kortsluiting en een daardoor niet-functionerende verlichting, is meer geluk dan wijsheid.
En daarnaast is op een ander vlak de aanwezigheid van specimina van de Mus musculus in je huis helemaal niet zo onschuldig: muizen kunnen via hun urine en poepjes eten besmetten met het salmonellavirus en dat kan weer leiden tot voedselvergiftiging. Verder kunnen muizen de ziekte van Weil overbrengen en ook nog het – overigens vrij onschuldige – hantavirus (waar ik eerlijk gezegd nog nooit van gehoord had).
Dus na vele avonden knaaggeluiden en talloze muizenkeuteltjes op ons aanrecht verder vonden we het wel eens tijd om wat aan dit ongevraagde bezoek te doen.
Nu hebben we altijd geleerd – en vele tekenfilms houden die mythe in stand – dat muizen vooral van kaas houden, maar dat klopt niet: als je een Mus musculus wilt vangen, kun je het beste pindakaas gebruiken.
Van lang geleden hadden we ergens nog een diervriendelijke muizenval staan (die in die tijd overigens niet effectief bleek). Ook nu leek de val aanvankelijk niet te werken, hoe aantrekkelijk we de inhoud daarvan ook maakten met kaas en (dus) pindakaas.
Maar verdomd, gisteravond klonk er ineens een ‘pang’: de val was dichtgeklapt en de ongenode muis zat erin – heelhuids. Hij kwam zogezegd ‘met de schrik onvrij’.
We brachten hem een eind van ons huis, anders zat hij binnen de kortste keren natuurlijk weer in onze lekker warme en goed geproviandeerde woning. Muis’ uitzetplek werd het Noorderplantsoen.
Eerst kwam Remi niet van zijn plaats, maar na enig zachtjes tikken op zijn kooi, roetste hij ineens de vrijheid tegemoet.
Hopelijk redt hij het in de kou van de grote, boze wereld. Wij zijn van die sentimentele personen dat we hem nu al een beetje missen…