Zeeheld? Ordinaire slavendrijver!
Groeten uit Vlissingen
Impuls
Ze zei: ‘Mijn cabrio wacht, onze tocht moet dakloos zijn, we rijden tot waar de liefde afslaat.’ Ik sprong aan boord. Zolang haar haren wapperen gaan wij de goede kant op. © André Degen
Woorden blijven gelukkig ongrijpbaar
Je suis Charlie. Toi aussi?
1968
1968 mijn moeder zo jong dat haar leeftijd nog werd uitgedrukt in lentes. Haar bloemige jurk vastgevlogen tegen toegeknepen ramen en ik zo onoplettend maar vijf jaar te zijn. Vlinders wrongen zich transistors uit antennes vingen berichten van de nieuwe wereld. Muzikanten van overzee brachten telefoondraden in trilling. Straten geblokkeerd,…
Ik ben niet ik, snap dat dan!
Het feest der schijnheiligheid
De goederentrein
De laatste trein had ik gemist. Ik liep daarom over het grindpaadje naast de rails tussen de stad waar ik mij dagelijks weer liet vastzetten, en mijn woonplaats, een braaf dorpje dat tegen de spoorlijn lag aangevlijd. Mijn vrouw wachtte mij daar op. Ik bedacht hoe heerlijk het zou zijn…