Deze middag brengt mij terug
bij mijn oma’s huisje
dat met haar mee
gekrompen is.
En weer loop ik weg
van die uitvalsbasis
met mijn broer
langs eindeloze sloten
door het eindeloze land
waar onze jeugd verzwierf
tot waar het leven
nog niet ingepolderd was.
Na het beslechten
van een riddertwist
wachtte ons
in dat tussenthuis
een drank
die kracht teruggaf
en onze verhalen
kregen de gloed
van onze wangen.
O Noord-Gronings land
waar de horizon wegloopt
tussen twee oneindigheden uit
nooit zal ik wijder kijken
dan toen ik met mijn broer
een verre vuurtoren
met zijn reuzenvinger
de richtingen aan zag wijzen
die wij nog moesten gaan.
© André Degen
KOESTEREN !