Mijn grijze ziel

Vandaag (9 juni 2025) las ik Les âmes grises (Grijze zielen) van Philippe Claudel uit. Of, beter gezegd: ik voltooide de herlezing van het boek.

Ik had het namelijk in het najaar van 2011 al eens gelezen, alleen… ik wist er heel/bedroevend weinig meer van. Bijna niets eigenlijk: een jong meisje wordt op de oever van een riviertje gevonden. Ze blijkt vermoord te zijn. Dat is alles wat mij na veertien jaar is bijgebleven van de roman. Dat is niet bijster veel, terwijl in het boek drie zelfmoorden, één moord, een executie door middel van een vuurpeloton en diverse andere overlijdens voorkomen. Ik wil maar zeggen: genoeg om de roman memorabel te maken.

Zoiets zou me kunnen/moeten verontrusten – tenslotte heb ik een goed geheugen én vind ik Philippe Claudel een goede auteur – maar dat deed het niet: in de bijna veertien jaar die zijn verstreken tussen de eerste en de tweede lezing van het boek zijn er zoveel dingen gebeurd: er zijn vele ontmoetingen geweest, ik heb alweer veel andere boeken gelezen, ik heb films en series gezien en nieuwsberichten gehoord en – last but not least – ik moest bij dat alles ook nog werken, ‘klussen’ zoeken, aangezien ik sinds juni 2013 als freelancer/zzp’er op de arbeidsmarkt opereer.

Oftewel: er waren heel veel zaken over die eerste ‘leesbeleving’ van Grijze zielen heen gespoeld. Ik had het daar een paar dagen geleden nog over met een cursiste. Zij volgt een cursus bij mij en een deel van die cursus bestaat uit het lezen van een andere roman van Philippe Claudel, La petite fille de Monsieur Linh. Ik zei haar dat ik op zoek ging naar een andere Franse roman die we na La petite fille… gezamenlijk zouden kunnen lezen.

Hardop speelde ik met de gedachte om Les âmes grises daarvoor uit te kiezen. Maar daarvoor moest ik het eerst wel herlezen, om te kijken of het wel geschikt was. En zo stuitte ik op het besef dat ik me er nog maar bitter weinig van kon herinneren. Ik besloot dat ook toen niet te zwaar op te vatten. Ik zei tegen mijn cursiste die het verschijnsel wel herkende: ‘Je kunt je geheugen niet eindeloos volstoppen; gaandeweg je leven gaat er zoveel in dat je op een gegeven moment het punt bereikt dat het tegen je zegt: ‘Als je nu nog wat in mij propt, is dat goed, maar dan gooi ik er ook wat uit.’

Ik ben dus niet bezorgd over het feit dat er veel door de zeef van mijn geheugen blijkt te zijn gevallen, maar ik verbaas me wel over de werking van datzelfde geheugen: hoe kan het dat ik mij uitspraken van oud-klasgenoten van een halve eeuw geleden woordelijk kan herinneren, terwijl ik de inhoud van boeken die ik nog geen twee jaar geleden gelezen heb en die ik destijds best goed vond, bijna vergeten ben?

Maar om meer te weten te komen over die werking van het geheugen en de grilligheid ervan, verwijs ik de geïnteresseerde lezer graag door naar iemand die daarvoor heeft doorgeleerd: Douwe Draaisma, die niet voor niks de ‘geheugenprofessor’ wordt genoemd. In veel van zijn werk dat ik heb gelezen gaat het vaak over de werking en de grilligheid van het geheugen. Tenminste, als ik mij dat goed herinner…

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *