Morgen (13 oktober 2019) is het weer zover: dan wordt de 4 Mijl van Groningen voor de 33e keer verlopen.
Veel mensen vinden de 4 Mijl maar niks: te massaal. Met een jaarlijks deelnemersaantal van ongeveer 23.000 personen is het inderdaad een zeer druk bezocht evenement, maar ik vind het juist zo opvallend dat het er ondanks de massaliteit van het evenement zo gemoedelijk aan toegaat in onze prachtige Hanzestad.
Zoals ieder jaar besteedt het Dagblad van het Noorden ook nu aandacht aan de voorbereidingen voor de 6439 meter tussen de start bij de Hortus Botanicus in Haren en de Vismarkt in Groningen.
De vraag die in dat artikel beantwoord wordt is: hoe werk je naar een perfecte race toe? Het lijkt wat overdreven om daarmee bezig te zijn, als je maar een simpele recreant bent, maar ach, eenieder doet interessant op zijn eigen niveau, zullen we maar zeggen.
‘Je moet de race rustig aan beginnen en later pas versnellen, zo leert een data-analyse die DvhN maakte van de tijden van 18.000 deelnemers aan een eerdere editie van de 4 Mijl. De lopers die dat doen finishen gemiddeld een minuut sneller dan degenen die snel van start gaan en later vertragen,’ stelt het Dagblad van het Noorden.
Het zal allemaal wel, maar mijn ervaring is dat, als ik niet een vliegende start heb, ik de tijdens dat eerste stuk van het traject verloren tijd later niet meer inhaal.
De 4 Mijl is domweg een te korte afstand om jezelf de luxe te gunnen vrij ontspannen te beginnen en dan gaandeweg de race te versnellen.Mijn ervaring is dat je vanaf de eerste seconde moet ‘knallen’, wil je tenminste een acceptabele tijd op de klokken brengen.
Nu we het hebben over langzaam/snel starten op de 4 Mijl, moet ik denken aan een voor mij speciaal moment tijdens de editie van 2012, toen ik mijn snelste tijd ooit liep (26.39).
Ook toen ging ik voortvarend van start. Iets te voortvarend, zo leek het, want al bij de kerk van Haren (dus vrijwel in het begin) overviel mij heel even een gevoel van algehele slapte. Een deel van mijn persoonlijkheid riep toen: ‘Ik wil dit helemaal niet, ik houd dit moordende tempo nooit een klein half uur vol!’
Gelukkig was er een ander deel van mijn persoonlijkheid dat daar tegenin brulde: Wáát?! Jij wilt opgeven? Daar komt niks van in! Doorlopen, en snel een beetje!’ Wat ik daarom maar gehoorzaam deed, met dus mijn beste resultaat ooit.
Over morgen doe ik niet al teveel uitspraken, wijs geworden door mijn ervaringen tijdens de 4 Mijl van vorig jaar: toen waren de weersomstandigheden voor mij ideaal (22, 23 graden met een briesje in de rug), ik voelde me fit en ik had het hele voorafgaande jaar regelmatig en serieus getraind. En toch kwam ik toen niet verder dan een – voor mij tegenvallende – 29.39. We zullen zien…