Hij was maar een neger

Black Venus
Black Venus, het eerste deel van de vierdelige reeks Gangreen die veel stof deed opwaaien

Vandaag (11 mei 2015) bereikt mij via nu.nl het droeve bericht dat de Vlaamse schrijver Jef Geeraerts is overleden. Nou ja, ‘droeve’, de goede man is 85 geworden, dus het was ‘geen sneue dooie’, zoals mijn ouders altijd zeiden.

Toch sta ik even stil bij dit nieuws, want ik ‘heb wel wat met’ de auteur van De zaak Alzheimer. Ik mocht hem namelijk in 2005 interviewen voor een literair genootschap uit Harderwijk, dat inmiddels, net als Geeraerts, ter ziele is gegaan (maar dat kwam volgens mij niet door mijn manier van interviewen).

Om mij gedegen (no pun intended) voor te bereiden, las ik tien à twaalf boeken van Geeraerts en verder ettelijke vraaggesprekken. Ik wilde goed beslagen ten ijs komen.

Toen ik kennis met hem maakte, viel mij op dat hij een zeer krachtige handdruk had voor een man van (toen) 75. Zijn diepliggende varkensoogjes keken energiek de wereld in. Een mannetjesputter en een vechtjas, schoot er door mij heen. Ondanks zijn redelijk gevorderde leeftijd nog altijd geen man waar je ruzie mee moest krijgen. Nou scheelde het dat ik daar ook niet op uit was.

Tijdens het voorgesprek vroeg ik Jef (zo moest ik hem noemen) of er zaken waren die ik beter niet ter sprake moest brengen. Geeraerts had in Belgisch Congo namelijk gruwelijke dingen meegemaakt in de strijd tussen twee rivaliserende stammen. Hoewel er dingen waren, waar hij na al die jaren nog nachtmerries van kreeg, was geen gespreksonderwerp taboe. Zonder dat ik ‘hete’ onderwerpen vermeed, was er tijdens het vraaggesprek trouwens niet één moment dat pijnlijk of ongemakkelijk werd door zo’n ‘heftige’ herinnering.

Hoewel ik dus ruim tien romans van Jef Geeraerts gelezen heb, ben ik zijn stijl nooit écht gaan waarderen. Bovendien stond in zijn boeken zijn verheerlijking van de jacht (op groot wild) mij enorm tegen. Daarom besloot ik zijn oeuvre na dat ‘huiswerk’ voor het interview voor gezien te houden.

Ik ga dan ook niet zeggen dat ik de Gangreen-reeks maar weer eens ga herlezen. Maar voor mensen die willen griezelen: in De goede moordenaar komt wat mij betreft de gruwelijkste scène uit de Nederlandse literatuur voor; die waarin Antoine Kanza vanwege verraad door zijn kameraden aan mootjes wordt gehakt. Deze passage is voor mensen die tegen een stootje kunnen. Gelieve deze scène niet te consumeren op de nuchtere maag.

In een interview vorige week aan Humo, zei Geeraerts nog dat “het enige wat hem nu nog restte de dood was”. “Nu rest mij alleen nog de dood. Je kan niet blijven leven, hé, de datum nadert”, klonk het. Tsja, er rest hem nu niets meer; de datum heeft hem staande gehouden.

P.S. Voor ik op mijn beurt allemaal verwijten van racisme krijg, wijs ik er even op dat de titel van deze weblogbijdrage slaat op Geeraerts’ eerste ‘literaire’ roman Ik ben maar een neger.

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *