Het heimwee van de koningin

Wanneer de koningin
aan zichzelf gaat denken
als ‘al zoveel winters oud’

Zal ze dan de zoele avonden
missen uit haar jeugd
toen men
gewoon op straat
elegant loom
de rumba uitzwierde?

Dan beseft ze dat men in haar
tweedehands vaderland
die kille klomp klei
alleen op Koningsdag
host op straat
en dan nog slechts
een houterige klompendans.

Denkt ze dan terug
aan de lichtjespolonaise
die zich vlocht
door de chorisia’s
in haar geboorteland?

In de maanden
waarin het licht
een winterslaap houdt
kijkt de koningin op tegen
doorhangende luchten.

Wie zal voor haar ooit nog
de balg van de bandoneon
teder trekken uit elkaar
zodat de teerste noten
zachtjes het binnenste beroeren
van haar oorschelpen?

Wie beheerst in dit kikkerland
de edele kunst van
volcada en colgada?
Wie danst hier de tango
niet alleen met zijn lichaam?

En de koningin denkt terug
aan haar verboden dans met
de hertog van Huéscar.

Ze danste zomaar
uit het protocol.
Haar lichaam zei:
‘Dit ben ik, dit wil ik,
zo zal ik nooit dansen
met mijn man.’

© André Degen

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *