Het heerlijke avondje was gekomen.
Sint dacht: laat de drank dan nu maar stromen.
En hij zat te dubben en te denken
wat hij zich eens in zou schenken:
Grappa, whisky, een cognacje,
raki, gin of een fladderakje?
Ach, dacht Sint, wat een gezever,
ik neem gewoon weer een jenever.
En hij dronk zich een flink stuk in zijn tabberd,
voelde zich daags daarna dus knap belabberd.
En zo had Sint een dag later
niet alleen een schimmel maar ook een kater.
© André Degen