Nog even over gisteren (20 maart 2016). Toen was ik met dichtbroeder en -zusters Bill Mensema, Lilian Zielstra en Pauline Sparreboom in café Eijlders in Amsterdam. Ik had begrepen dat wij echt geboekt waren voor een speciale gig, maar het bleek slechts om een open podium te gaan. En uiteraard ontneemt dat nogal de glans aan een optreden, want zoals bekend kan werkelijk iedereen die een paar woorden bij elkaar heeft gestameld en niet al teveel plankenkoorts heeft zich posteren op zo’n vrijliggende bühne.
Maar goed, als dichters he-le-maal uit Groningen (ja, dat werd ons door de randstedelingen ettelijke keren ingewreven) waren we weer eens in de grote stad A. En café Eijlders was bepaald sfeervol. Bovendien werd er Zatte uit de tap geschonken. En zoiets geeft een etablissement in mijn ogen een gouden glans.
Bill declameerde een lang, fraai gedicht over Allen Ginsberg en een mooie jongen van The American Bookshop waarbij een hand steeds strategischer op een lichaam werd geplaatst, Lilian bracht onder andere Heldere hemel, mijn favoriet van haar, Pauline droeg enkele indrukwekkende gedichten voor uit haar nieuwe bundel, waaronder het slotgedicht over Antonie Kamerling (met speciaal stemmetje) en ik deed in totaal acht gedichten, waaronder twee over een bruiloft (wat overigens niks zegt over mijn gepreoccupeerdheid met de huwelijkse staat).
Omdat wij dus he-le-maal uit Groningen kwamen, werd het al met al nog een lange dag. Om twaalf uur ’s middags in de auto stappen naar Amsterdam en om half elf ’s avonds weer thuis afgezet worden, zonder gage, voor drie consumptiebonnen en in het bijzijn van een veertigkoppig publiek dat voor een derde uit eveneens optredende dichters bestaat, ja, dan moet je wel héél gemotiveerd zijn om je poëzie ten gehore te brengen. En dat ben ik ook, maar volgende keer zou het allemaal iets minder mager mogen (die alliteratie krijgen jullie er in het kader van de poëzie helemaal gratis bij:-)