Ik sleep mijn hoofd 
naar de psychiater. 
Ik zeg hem: ‘Hoe kon ik mijzelf ooit 
gelukkig verklaren? 
Terwijl toch duidelijk is: 
De gelukkigste man op aarde is 
Mick Jagger.’
Hij is bijna tachtig 
chronisch gezond 
niet kaal niet dik 
neukte lekkere wijven bij de vleet, 
snoof, tripte, zoop 
en maakte tussendoor ook nog 
fantastische muziek.
Jagger lacht minzaam om 
onze depressies 
onze ziektes 
ons geploeter. 
Ik heb hem nooit zien zwoegen.
Hij ging zwierig 
op een voetstuk staan 
en in de storm van bijval 
woei alles hem aan.
Ik zeg: ‘Iedereen die niet 
Mick Jagger is 
kán niet gelukkig zijn.’
Daar heeft mijn psychiater  
niet van terug.
© André Degen