Ik rende achter mijn schaduw aan.
Ze fietste mijn hoofd binnen, zomaar,
Indo-meisje, negentien, twintig,
gebleekte spijkerbroek met gordel van smacht
wat afgezakt van haar coole chillbillen
toonde een tip van haar slipje
het topje van de ijsberg.
Gelukkig stelt de stier nooit teleur
als de torero de muleta
voor zijn brieskop zwaait.
Ik zette aan
om achter haar aan te stormen
en toen gebeurde het:
Ayunda of Cinta of Daya
trok haar broek
nog wat verder naar beneden
zodat meer van haar lila Win Love
naar het licht kroop.
In mijn verhitte pan
waar alles kolkte
was het al
ja, dat deed ze voor mij.
Er schoot lood
in mijn benen.
Ze trapte zich
mijn gezicht uit
doodgemoedereerd.
Ik hijgde achter mijn schaduw aan
die weer wat langer was geworden.
Is het ooit nog in te lopen?