Een schrijver op zoek naar lezers


Poster voor de promotietour van
schrijver Bennie Roeters

Bedenk ik vandaag (26 november 2017) ineens dat het alweer twee weken is dat ik van me heb laten horen vanaf mijn digitale honk. Ik heb het vaker gezegd, in deze tijden is dat een eeuwigheid.

Wil ik mijn geliefde (en trouwe) lezertjes aan mij blijven binden, dan zal ik regelmatiger wat van me moeten laten horen, dat besef ik heel goed. Goed, bij deze dan.

Wat valt er dit weekend dan te melden? Nou, dit.

Boeiuh! hoor ik jullie vanaf deze plaats roepen; auteur Bennie Roeters, die wij niet eens kennen (zal ik jullie eens wat bekennen: ik kende hem ook niet), en die boekhandels afloopt in provincieplaatsen om lezers voor zich te winnen, moeten wij daar warm voor lopen?

Ja, zeg ik dan, jullie mogen best even wat belangstelling opbrengen voor een kunstbroeder die zich het vuur uit de sloffen loopt om zijn werk verkocht te krijgen.

Twee keer kreeg Bennie Roeters (65) een boekcontract bij zowel uitgeverij Querido als bij uitgeverij Ambo Anthos; toch gerenommeerde uitgeverijen. Is het dan zo naïef als schrijver te denken dat je kostje gekocht is als je geesteskinderen bij deze twee zijn ondergebracht? Ja dus.

Het overkwam Roeters, maar mooi dat hij nu op zoek moet naar een nieuwe uitgever voor zijn vijfde roman, om de, eh, prozaïsche reden dat de verkoopcijfers van zijn boeken te laag zijn.

Daarom moet Roeters een wat vernederende promotietour inclusief signeersessies doen langs niet al te mondain aandoende plaatsen als Meppel, Amen, Assen en Eelde.

Om de vernedering nog wat erger te maken: ‘Hij heeft intussen zelf naar de bibliotheek in Havelte gebeld om te vragen of hij daar ook mag signeren,’ aldus verslaggeefster Stephanie Hoogenberk.

‘Pijnlijk hoor, zes mensen’, peinst de schrijver, als hij samen met de reporter van Meppel weer terugrijdt naar Amsterdam. Dat er bij de schrijfster Christine Otten onlangs maar drie belangstellenden zijn komen opdagen, is dan weer een schrale troost.

Wanneer Roeters in Assen voorafgaand aan de signeersessie zit te eten met de verslaggeefster, vertelt ze hem dat het zelfs Herman Koch – terwijl hij al bekend was – is overkomen: met zes mensen als publiek in een boekwinkel zitten voorlezen uit eigen werk. En dat nog wel in Amsterdam.

Toen ik dit las, moest ik denken aan mijn eigen optredens door de jaren heen, her en der in den lande; hoe ik op een kille zondagmorgen helemaal naar de voormalige garnizoensstad H… reed om daar in een onverwarmde stadsbibliotheek op te treden voor zeven mensen van wie vier behoorden tot de andere voorlezers…

Drie uur reistijd voor welgeteld drie man publiek, dan moet je wel erg veel houden van de letterkunde (en dat klopt ook wel).

Of die keer dat ik was afgereisd naar het voormalige centrum van de Nederlandse textielproductie E…, waarbij ik op een gegeven moment optrad voor één vrouw die – nog tijdens mijn voordracht – te kennen gaf dat ze eigenlijk kwam voor een andere dichter… Het zal jullie niet verbazen dat dat mijn rampzaligste optreden ooit was.

Ik noem dit maar even, dat jullie niet denken dat het leven van een schrijver louter en alleen bestaat uit kuieren over met rozenblaadjes bestrooide paadjes en loom cocktailend wachten op de reerug in rode portsaus die weldra voor zijn neus zal verschijnen.

Nee, het literaire leven houdt soms in dat je – uiteraard zonder gage – mag optreden in Utrecht, waar dan tegenover staat dat je gastheer, pas na enig aandringen jouwerzijds op tenminste iets als een vergoeding, morrend akkoord gaat met het betalen van de helft van je reiskosten en je een slaapplaats bij hem op de bank kan aanbieden, als je door je optreden de laatste trein naar het Noorden niet meer kan halen…

Moedig voorwaarts, laten we dat motto van de Grote Volksschrijver Gerard Reve maar voor ogen houden bij ons letterkundig geploeter!

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *