‘Je bent maar een hele gewone jongen’
werden mijn ouders niet moe
mij in te wrijven
wanneer ik weer eens zo stom was
hun in de kaart
van mijn jongensdroomkoersen
te laten kijken.
Hun woorden kortwiekten
torenhoge mijlenbrede ambities.
De onderliggende boodschap
was mij duidelijk:
‘Heb het hart niet
ons ooit voorbij te streven.’
Ik ben zo bang
dat ik hen niet tevreden kan stellen.