
Vandaag (31 oktober 2025) zijn we gekomen aan het eind van de maand waarvan het begin – helaas – een nieuwe fase voor mij inluidde: op 1 oktober moest de school waar ik vier jaar les en begeleiding had gegeven noodgedwongen de deuren sluiten. En dat betekende dat ik me met iets bezig moest gaan houden wat ik in mijn leven al zo vaak gedaan had en waar ik de buik behoorlijk vol van heb: solliciteren (de Janse Bagge Bend heeft daar in 1982 nog een toepasselijk nummer over geschreven en daaruit komt ook de titel van deze weblogbijdrage).
Toen ik begin vijftig was, zat ik in bijna dezelfde situatie, maar goed, toen was ik wel ruim tien jaar jonger (het vinden van een baan bleek – ook toen al – zo lastig dat ik uit pure nood maar zzp’er ben geworden).
Negen jaar geleden kwam ik dit artikel in De Volkskrant tegen. Het kon vandaag de dag geschreven zijn, want de inhoud kan moeiteloos op de huidige stand van zaken toegepast worden: ‘Werknemers die ouder zijn dan 50 zitten in het verdomhoekje.’ Dat was in 2016 zo en dat is in 2025 niet anders.
En bijna drie jaar geleden stond dit fragment in een bijdrage die ik toen op dit weblog plaatste: ‘Oudere werkzoekenden komen ondanks de krapte op de arbeidsmarkt nog steeds moeilijk aan een baan. Veel bedrijven willen geen risico’s nemen en kiezen liever voor jongere kandidaten om hun vacatures te vervullen’, lezen we in een artikel op nu.nl van enkele dagen geleden.’ Ook in 2022 was de sollicitatiepositie van vijftigplussers penibel.
‘Wij hebben kandidaten die beter aansluiten bij het gevraagde functieprofiel’, ‘Uiteindelijk hebben wij de sollicitanten geselecteerd die het meest voldoen aan de door ons gestelde eisen’, ‘Helaas behoort u niet tot de kandidaten die worden uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Dit zegt overigens niets over uw kwaliteiten’, ja, ik kende tijdens mijn sollicitatieperiodes op een gegeven moment alle afpoeierclichés wel.
Ik kreeg op een gegeven moment zelfs zo vaak deze dooddoeners in mijn Inbox dat ik eens, in een opwelling van ergernis en frustratie, een mail heb teruggestuurd aan een of ander non-descript bedrijf dat ik zo langzamerhand het gevoel kreeg dat ik behoorlijk uniek was, aangezien ik werkelijk in geen enkel profiel paste.
Zoiets doe je natuurlijk alleen voor je eigen genoegdoening, want je lost er niks mee op en je krijgt er zeker geen baan door (al hoop je dat stiekem toch een beetje). Hoe dat bedrijf reageerde op mijn ongebruikelijke reactie – en of het überhaupt wel reageerde – is mij trouwens ontschoten en het is ook niet belangrijk.
Over het algemeen behield ik mijn goede humeur wel tijdens de lange periodes dat ik me bezig hield met solliciteren. En ook de humor heeft mij – gelukkig – nooit verlaten; zo zei ik eens tegen een vriend die informeerde naar de status van mijn sollicitaties: ‘Ik zit nog te wachten op drie afwijzingen.’ Ja, dames en heren, we blijven lachen. Wat moeten we ook anders doen?
En ik dacht terug aan een krantenkop die ik eens tegenkwam in het Dagblad van het Noorden en die ik citeerde in een eerdere weblogbijdrage: ‘Werkloze 55-plusser solliciteert zich suf, met als enige zekerheid: ’Een afwijzing binnen 48 uur’. Voor een zestigplusser gaat dat nog sneller: ik kreeg drie dagen geleden binnen zes uur na indiening van een sollicitatie een afwijzing…
Mijn omgeving zegt steevast als ik te kennen geef dat ik op zoek ben naar een baan: ‘Dat moet toch lukken? Bedrijven zitten te schreeuwen om personeel!’ Dat was tot voor kort misschien zo, maar ik kwam gisteren een bericht tegen dat er voor het eerst in vier jaar meer werklozen dan vacatures zijn. Zoiets stemt natuurlijk niet direct hoopvol. Maar goed, we gaan niet bij de pakken neerzitten, dus daarom bij deze een open sollicitatie:
‘Energieke taalvirtuoos met gevoel voor commercie, leergierig en humoristisch, met ruime ervaring in diverse branches in het bedrijfsleven, zoekt marketing/communicatiebaan in organisatie waar zestigplus niet synoniem is voor inflexibel, duur en ziektegevoelig. Uw reacties zie ik graag tegemoet op info@andredegen.nl .’