De goederentrein

De laatste trein had ik gemist. Ik liep daarom over het grindpaadje naast de rails tussen de stad waar ik mij dagelijks weer liet vastzetten, en mijn woonplaats, een braaf dorpje dat tegen de spoorlijn lag aangevlijd. Mijn vrouw wachtte mij daar op. Ik bedacht hoe heerlijk het zou zijn op te gaan in de onmetelijke nacht, iedereen het nakijken te geven. Het huishoudboekje was voor mij allang gesloten.
Ik schrok van een donker grommende goederentrein die mij van achteren naderde. Daarop springen en als verstekeling naar een land vluchten waar werd gedicteerd in een mij onverstaanbare taal! Ik moest snel beslissen, de locomotief ademde mij in de nek. Ik keek achterom, recht in de ogen van de loc, haas gevangen in een koplampbundel. De eerste wagons waren mij al voorbij, toen ik mij op een treeplank slingerde.
…Versuft door de klap kwam ik na enkele seconden weer bij, terwijl de lucht van ijs langs mijn slapen gierde. Bij elke kruising met het gewone leven kromp ik ineen, bang dat ik opgemerkt zou worden. Koplampen werden alerte zoeklichten.
Eindelijk, toen er geen ahobs of andreaskruizen meer verschenen en de duisternis mij geheel opnam, kon ik mijn gedachten ordenen. Vanaf mijn zitplaats keek ik naar achteren, de schimmige rij wagons af en ik bedacht dat ik nu al mijn zwakheden moest afkoppelen, heimwee, wroeging, spijt, angst, tot alleen de locomotief met een nieuwe, doelgerichtere bestuurder zou overblijven.

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *