
Je droomt er toch van dat je kerstpakket wordt uitgereikt door zo’n kerstvrouw!
Vandaag (15 december 2025) kom ik dit artikel tegen in De Volkskrant: werknemers krijgen van hun bazen steeds duurdere kerstpakketten. Dit komt deels door de inflatie, maar werkgevers besteden ook meer aandacht aan het eindejaarsgeschenk, vooral in sectoren ‘met een gespannen arbeidsmarkt’ (oftewel, in een sector waar meer banen dan beschikbare mensen zijn); dan moet je je werknemers natuurlijk te vriend houden.
Een geheel belangeloze blijk van waardering is het kerstpakket nou ook weer niet: impliciet verwacht ‘de baas’er wel iets voor terug van zijn ondergeschikten, pardon, medewerkers:
‘Volgens Olav Velthuis, hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam en gespecialiseerd in relatiegiften, is het kerstpakket een oprechte uiting van waardering en dankbaarheid. Tegelijkertijd verwacht de werkgever een tegenprestatie in ruil voor het geschenk, zegt Velthuis. ‘Bijvoorbeeld in productiviteit en hoe hard iemand voor het bedrijf werkt. Of door te blijven.’
In de tijd dat ik nog – gelukkige – loonslaaf was bij een bedrijf, kreeg ik in de week vóór Kerst ook een kerstpakket. Een bedrukte kartonnen doos vol met de zaken die zo’n verrassingsdoos plegen te vullen: ragoutbakjes met bijbehorende kipragout in blik, vruchten in blik, een doosje chocolaatjes, gedroogde vruchten, zoute stengels en rode wijn, dat werk.
Naast de hierboven genoemde etenswaren bevatten mijn kerstpakketten altijd iets blijvends: een houten kaasplankje met mesje of een biezen broodmandje.
Bij het hele kerstpakketritueel hoorde ook het obligate gezeur van sommige collega’s over de inhoud, die natuurlijk nooit naar hun smaak was. Voor hen gold het Nederlandse spreekwoord ‘Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken’ blijkbaar niet. Zij pakten het kerstpakket al op het werk uit en becommentarieerden alle items met andere collega’s.
Gek genoeg bedierf dit gezeik mijn plezier in het ontvangen van het eindejaarsgeschenk van mijn werkgever niet, maar versterkte het juist. Zelf zag ik het kerstpakket gewoon als een leuk extraatje; ik zag er zeker geen aanleiding in om te gaan mekkeren over de zogenaamde zuinigheid van ‘de baas’.
Thuis pakten mijn vrouw en ik het kerstpakket samen uit. Ja, inderdaad, erg kneuterig en erg burgerlijk, maar het was elk jaar toch een leuk ritueel.
Met een afbreekmesje sneed ik de tape die de doos bovenaan verzegelde voorzichtig open, ik vouwde de kartonnen flappen weg en dan kon het graaien in de houtkrullen beginnen. Zoals een kind gretig graait in een grabbelton, zo tastten wij volwassenen in die houtkrullen rond.
Het uitpakken van al deze etenswaren kietelde natuurlijk onze begerigheid. Maar het leukste van dit kerstpakketuitpakritueel was eigenlijk dat onze kat Elvis in de leeg gegraaide doos sprong en in de krullen rond begon te woelen. Dit ontlokte mij dan weer een belegen opmerking over ‘het kerstkindje in zijn kribbe’. Ja mensen, mooie tijden.
Ik ben nu alweer jarenlang freelancer/zzp’er en bij die status hoort geen kerstpakket. Ik betrapte mij de afgelopen jaren rond de kerstdagen wel eens op een steekje van jaloezie, wanneer ik iemand in de stad voorbij zag fietsen met een feestelijk bedrukte kartonnen doos op zijn pakjesdrager.
Ik krijg nu al jaren geen kerstpakket meer en het is de vraag of dat er ooit nog van zal komen. En áls ik er ooit nog weer eens een in ontvangst mag nemen, dan zal het uitpakken toch niet meer zijn zoals vroeger. Al was het alleen maar omdat onze kat Elvis er niet meer is om in de uitgepakte doos te springen…