Leve het kerstpakket!

‘Leve het ouderwetse kerstpakket met paté uit blik en een half flesje wijn’, zo luidt de titel van een column van Teun van de Keuken die twee dagen geleden in de Volkskrant verscheen (in de papieren versie een dag later, want dat is nou eenmaal de traagheid die de dodebomenjournalistiek aankleeft). En ik zeg het hem na.

In de tijd dat ik nog – gelukkige – loonslaaf was bij een bedrijf kreeg ik in de week vóór Kerst ook een kerstpakket. Een bedrukte kartonnen doos vol met de zaken die zo’n verrassingsdoos plegen te vullen: ragoutbakjes met bijbehorende kipragout in blik, vruchten in blik, een doosje chocolaatjes, gedroogde vruchten, zoute stengels en rode wijn, dat werk.

Naast de hierboven genoemde etenwaren bevatte mijn kerstpakketten altijd iets blijvends: een houten kaasplankje met mesje of een biezen broodmandje.

Bij het hele kerstpakketritueel hoorde ook het obligate gezeur van sommige collega’s over de inhoud, die natuurlijk nooit naar hun smaak was. Voor hen gold het Nederlandse spreekwoord ‘Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken’ blijkbaar niet. Zij pakten het kerstpakket al op het werk uit en becommentarieerden alle items met andere collega’s.

Gek genoeg bedierf dit gezeik mijn plezier in het ontvangen van het eindejaarspresentje van de baas niet, maar versterkte dit geëmmer het juist. Zelf zag ik het kerstpakket gewoon als een leuk extraatje; ik zag er zeker geen aanleiding in om te gaan mekkeren over de zogenaamde zuinigheid van ‘de baas’.

Thuis pakten mijn vrouw en ik het kerstpakket samen uit. Ja, inderdaad, erg kneuterig en erg burgerlijk, maar toch heel leuk.

Met een afbreekmesje sneed ik de tape die de doos bovenaan verzegelde voorzichtig open, ik vouwde de kartonnen flappen weg en dan kon het gretige graaien in de houtkrullen beginnen.

Het uitpakken van al deze etenswaren kietelde natuurlijk onze begerigheid. Maar het leukste van dit kerstpakketuitpakritueel was eigenlijk dat onze kat Elvis in de leeg gegraaide doos sprong en in de krullen begon rond te woelen. Dit ontlokte mij dan weer de belegen opmerking dat ‘het kerstkindje in zijn kribbe was’. Ja, mooie tijden.

Ik ben nu alweer jarenlang freelancer/zzp’er en bij die status hoort geen kerstpakket. Ik betrapte mij de afgelopen jaren rond de kerstdagen wel eens op een steekje van jaloezie, wanneer ik iemand in de stad voorbij zag fietsen met een feestelijk bedrukte kartonnen doos op zijn pakjesdrager.

Van een kersverse opdrachtgever kreeg ik kortgeleden voor het eerst weer een heus kerstpakket. Dat was rijk gevuld en ik was er, ja, daar komt-ie, dankbaar voor. Toch was het uitpakken niet meer zoals vroeger. Al was het alleen maar omdat onze kat Elvis er niet meer was om in de uitgepakte doos te springen.

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *