Het décolleté
van de bruid
drijft een zachte wig
in suikerzoet kant.
Op het vrijgemaakte vlees
krioelt het van
ogen met kleefpootjes.
Rokkostuums
staan strak
op gespannen drumvellen.
De bruidstaart wordt gekneed.
Klodders room
vliegen door de lucht
landen op donkere jacquets.
De dragers lachen erom
smeren de uitworpen
vertederd tot vlekken.
De bruidsmuiltjes
overstromend van champagne
gaan van hand tot hand.
Het voetzweet
maakt ons slurpmannen
hondsdol.
De bruid lacht schel
werpt zich achterover
op de cadeautafel.
Haar slipje
steekt als pochet
uit het vestzakje
van de ceremoniemeester.
We schurken langs
het dampige lichaam
waar ego’s
kreunend sterven.
Deze hitte alleen
te blussen
door meer hitte.
Dan trekt de maan
in het complot
bleek weg.
Het bloed uitgeraasd
de rode waas
neergeslagen.
De geslachte etagetaart
kerkhof voor
krom gedrukte peuken.
© André Degen